Veel heeft Rick Timmermans niet op met boze boeren die uit protest Nederlandse vlaggen omgekeerd hijsen, maar er is een diepmenselijk trekje waardoor hij zich toch met hen verbonden voelt.
Om bij onze woonplaats te komen moet je heel wat platteland doorkruisen en zodoende de luide en veelvuldige uitingen van boerenverzet tegen de stikstofplannen ondergaan. Op vele plaatsen hangen geschonden Nederlandse vlaggen, zelfs bovenin lantarenpalen op kruispunten. Ik houd er niet van, maar toch.
Als het de boeren werkelijk om ons dagelijks brood te doen was, zou er geen mais op die akkers staan
Toch kan ik de boeren en hun sympathisanten niet helemaal ongelijk geven, hoewel ik de keuze tussen akker of natuurgebied snel heb gemaakt. Ik weet wel dat de boeren leuzen voeren als: ‘zonder boeren geen eten’, maar daar ben ik niet gevoelig voor. Als het de boeren werkelijk om ons dagelijks brood te doen was, zou er geen mais op die akkers staan of gras, bestemd voor het vee, maar groente, graan, fruit en aardappels.
Ik ben geen liefhebber van hedendaagse agrarische bedrijfsvoering, maar dat de boer niet wil loslaten wat van hem is, is zo’n diepmenselijke trekje dat ik mij wel met hem verbonden moet voelen. Daarnaast zit er veel oud zeer bij boerenfamilies. Sinds de ruilverkavelingswet uit 1924 werden boeren meermaals door de overheid gedwongen aan haar eisen en wensen te voldoen. Soms konden boerenbedrijven erdoor floreren, andere keren bleken de eisen grilliger. Wie herinnert zich niet, al dan niet uit geschiedenisboeken, de boterbergen en melkplassen? Het waren gouden tijden, met hoge standaard melkprijzen. Maar toen er ter regulering een melkquotum aan te pas moest komen, moesten de net aangeschafte koeien wijken en bleek de veel te dure nieuwe stal onrendabel. Ondernemer moeten zijn en tegelijk zo afhankelijk van overheidsbeleid is weinig bevorderlijk voor het plezier.
En nu is daar het stikstofprobleem en de bijbehorende plannen. In sommige gebieden zal misschien de helft van de boerderijen moeten sluiten, met alle gevolgen voor boerenfamilies van dien. De toekomst is uiterst onzeker. De communicatie van overheidswege heeft in deze helaas weinig goeds gedaan. Het gevoel van onrecht bij de boeren, omdat zij de beroepsgroep zijn die opdraaien voor het stikstofprobleem, zit diep. Waarom moeten de zware industrie en de vervoerssector bijvoorbeeld niet inkrimpen?
Dat het verzet tegen de overheid nu zulke grote vormen aanneemt en het boerenerf ver overstijgt, is niet verwonderlijk. Er gaat immers een angst achter schuil die door velen gedeeld wordt: de angst voor de toekomst. De uitdagingen die vanuit die toekomst in rotvaart op ons afrollen, zijn ook niet mals. We zien Pakistan nu al voor een derde onder water staan en gebeurde zoiets op kleine schaal ook niet in onze streken, vorige zomer? En dat is nog maar het begin.
Het mag niet zo zijn dat de boeren op de blaren zitten
Nu kiezen voor natuurherstel en -behoud lijkt een logische en in alle gevallen de best mogelijke optie. Een keuze, echter, die pijn doet. Een pijn die nu vooral door de boeren gevoeld wordt en dat is niet terecht. De komst van een nieuwe wereld, waarin de natuur de plek krijgt die haar toekomt, is niet gratis. We zullen moeten zien hoe hoog de rekening wordt. Maar wat we niet mogen laten gebeuren, is dat die rekening wordt gepresenteerd aan enkelen. Het mag niet zo zijn dat de boeren op de blaren zitten en wij er geen kilometer minder om reizen en er geen kledingstuk minder om kunnen kopen.
Laat ons op onze strepen staan en eisen dat de prijs voor een goede toekomst eerlijk gedeeld wordt.
Afbeelding: boerenprotest op het Malieveld in Den Haag/Sjoerd Luidinga