Jos probeert bijvoorbeeld een goede jezuïet te zijn. En dat hij daarin soms jammerlijk faalt, vindt hij helemaal niet zo erg.
Je kent het wel. Je bent in een nieuwe omgeving en ontmoet mensen die je niet kent. Onvermijdelijk volgt de vraag wat je doet. Een fijne vraag als je wat belangrijks of interessants doet, anders een moeilijke vraag.
Het zou eigenlijk een goed antwoord zijn als ik weer eens over het celibaat wordt bevraagd
Onlangs kreeg ik de vraag toen ik enkele dagen logeerde in één van onze studiehuizen in Parijs. Wat ik eigenlijk deed en of ik misschien ook nog studeerde. Mijn jonge gezicht roept die vraag vaker op. Ik glimlachte. ‘Mijn hoofdtaak op het moment is proberen een goede jezuïet te zijn’. Er werd gegrinnikt. Het grapje werkte ook in het Frans.
Soms zeg ik erbij dat ik het meen. Dat het een serieuze opmerking is. Want het jezuïetenbestaan gaat om onderscheiding der geesten. Wat ik beter wel en niet kan doen; en hoe beter wel en niet. In het licht van het evangelie aanvoelen wat goede gedachten zijn. De voorwaarde daarvoor is innerlijke vrijheid, anders kun je niet zuiver aanvoelen. En tja – je voelt het al aankomen – geen enkele jezuïet is zo ver. Proberen is het hoogst haalbare.
Dan moet ik altijd aan de Duitse theoloog en jezuïet Karl Rahner denken, die op z’n oude dag eens gevraagd werd naar z’n gebed. Hoe bidt u? Hij antwoordde: ik probeer het, dat wil zeggen, ik probeer te vertrouwen op God. Een verrassend kwetsbaar antwoord voor de man van de moeilijke, lange volzinnen.
Het zou eigenlijk een goed antwoord zijn als ik weer eens over het celibaat word bevraagd. Ik probeer het. Dat wil zeggen: ik probeer God te zoeken, de leegte toe te laten, en de naaste te dienen. En vaak lukt dat niet: dan werk ik te veel, of vul ik de leegte met een van de vele andere mogelijkheden: naam en faam, chocolade snoepen of te veel alcohol drinken, een vertroebelde blik op medemensen…
Hopelijk lukt het af en toe niet.
En jij, beste lezer? Probeer je een goede christen te zijn? (En wat voor goede christen dan?) Een goede collega? Een goede moeder of vader, dochter of zoon, partner? Hopelijk lukt het af en toe niet. Dat houdt ons eenvoudig en wekt zachtheid bij onze naasten. Daar wordt iedereen beter van. Hopelijk aanvaard je dat proberen het hoogste haalbare is. Net als Karl Rahner. En hopelijk blijf je proberen. Dat doe ik ook.