Want komen er niet meer kinderen, dan ziet het er voor het oude continent lelijk uit. Guido Dierickx SJ kijkt naar enkele schrikwekkende, demografische cijfers.
Krijgen belangrijke problemen de aandacht die ze verdienen? Hier alvast één probleem dat schromelijk onderschat wordt. De Europese samenleving die ons dierbaar is (en mag zijn), wordt bedreigd door een demografische implosie. Ook van het ecologische probleem gaat een grote dreiging uit, maar dat weten we al. Terwijl de demografische evolutie onderschat wordt, hoewel ze perfect voorspelbaar is. De publieke opinie houdt niet van problemen die moeilijk te verklaren en te remediëren zijn.
Nuttige cijfers zijn te vinden in een recente publicatie van de Foundation Robert Schuman. In 2050 zal de EU (met het VK) ongeveer even veel inwoners tellen als nu: zowat 500 miljoen. Maar ten gevolge van de vergrijzing zal de actieve bevolking (leeftijd tussen 20 en 64 jaar) dalen met vijftig miljoen. China, Rusland en Japan zijn er nog slechter aan toe. Rusland zal 22 miljoen minder mensen tussen 20 en 64 jaar tellen, Japan 20 miljoen, China 195 miljoen. Een stijging van de totale bevolking (en tevens van de actieve bevolking) is daarentegen te verwachten in Zuid- en Noord-Amerika, nog meer in India (ongeveer 334 miljoen), in Noord-Afrika (130 miljoen) en vooral in zwart Afrika (een enorme 1292 miljoen).
Dat optimisme is niet te rijmen met de cijfers waarover wij beschikken
Het is gemakkelijk te becijferen dat dergelijke evolutie niet goed is voor de economische groei, een groei die niet iedereen nodig wil vinden maar waarvan wel iedereen de vruchten wil plukken. Minder actieve bevolking betekent minder economische productiviteit. Optimisten vertrouwen erop dat de krimp van de actieve bevolking gecompenseerd zal worden door de mensen langer te laten werken met betere technologische hulpmiddelen. Maar dat optimisme is niet te rijmen met de cijfers waarover wij beschikken. Immers, de productiviteit per hoofd van de actieve bevolking is sterk gestegen in de periode tussen 1960 en 1980, toen er van de nieuwe technologieën nog geen sprake was, en veel minder sterk in de meest recente periode, toen daarvan wonderen werden verwacht.
De betere verklaring van het haperen van de Europese economische groei is van demografische aard. Een oudere bevolking vergt meer ‘sociale’ uitgaven: pensioenen, medische zorgen en dergelijke meer. En dat weegt op de economische groei. Maar cruciaal is de terugval van de geboortecijfers. Een jonge bevolking kijkt vooruit naar de toekomst en investeert in de goederen en diensten die zij daarvoor nodig acht. De kinderwens gaat samen met de wens om te ondernemen. Dat verklaart waarom de VS economisch beter gepresteerd hebben dan de Europese landen. In de VS hadden de vrouwen gemiddeld 2,1 kinderen, in de EU gemiddeld 1,5 kinderen. Het geboortetekort laat zich sterk voelen in Duitsland (al sinds 1971), in Italië (sinds 1991) en nu ook in Spanje (sinds 2016).
Andere optimisten menen dat het geboortetekort in de EU gecompenseerd kan worden door immigratie, met name uit de Afrikaanse landen. Maar dat zien vele Europeanen niet zitten: zij wensen de immigratie te beperken. Velen blijven immers vasthouden aan hun culturele identiteit en willen niet overspoeld worden door inwijkelingen uit Afrika. Niet bijzonder edelmoedig, maar wel begrijpelijk.
Een al te vergrijsde bevolking kan niet echt gastvrij zijn
Bovendien moet de Europese bevolking jong genoeg zijn om immigranten te kunnen onthalen. Een voorbeeld: immigranten kunnen hier slechts een goede school vinden waar ze een voldoende aantal inheemse leerlingen aantreffen. Een al te vergrijsde bevolking kan niet echt gastvrij zijn, ook als ze dat zou willen zijn.
Het geboortecijfer in Europa zou dus omhoog moeten. Welk beleid kan daartoe leiden? In vele landen zijn nu al kindvriendelijk (en gezinsvriendelijke) maatregelen genomen, dikwijls in de vorm van financiële tegemoetkomingen. Maar die zijn niet afdoende. Eigenlijk komt het erop aan de jonge mensen te overtuigen dat het leven goed is en waard om doorgegeven te worden, ook in een maatschappij waarin de (economische) kosten van kinderen in de regel hoger liggen dan de (economische) baten.
Daarmee raken we aan de waardenbeleving in onze samenleving. De boodschap die oproept tot vertrouwen in de toekomst, ook in die van onze kinderen, is te vinden in de scheppingsverhalen van het boek Genesis en in heel onze religieuze traditie. Maar wat als die boodschap verzwakt? Wat als onze culturele waarden een demoraliserend effect krijgen? Daartegen horen de gelovigen te protesteren en hoop en levensmoed te verspreiden en te blijven verspreiden. Zo’n mensen heeft Europa nodig.