Paulus heeft geen al te beste faam bij feministen. Zij horen niet graag voorlezen uit zijn brief aan de Efeziërs: “Vrouwen, schikt u naar uw man als naar de Heer, want de man is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk…” (Ef. 5, 22-23).
Zij verstaan dit alsof Paulus een onbehoorlijke zucht naar ontvoogding de kop wil indrukken Misschien zoals hij elders ook de slaven in de christelijke gemeenschappen tot gehoorzaamheid wil aanmanen? Hebben zij ongelijk? Nee, Paulus predikte geen sociale revolutie in de maatschappij van toen. Hij had dat moeten doen als hij trouw was geweest aan de Goede Boodschap van Jezus, maar hij heeft het niet gedaan. Zo menen ze.
De bekende historicus Tom Holland heeft een lijvig boek gewijd aan de sociale en culturele revoluties die het christendom in de loop van twintig eeuwen heeft teweeggebracht (Dominion: How The Christian Revolution Remade The World, Basic Books, New York, 2019). Een hoofdstuk daarin handelt over de emancipatie van de vrouw. Hij stelt, en dat hadden we al kunnen weten, dat het prille begin daarvan teruggaat op de woorden en daden van Jezus, maar ook op de zinnen die Paulus laat volgen op de hierboven vermelde passage: “Mannen, heb uw vrouw lief zoals ook Christus de kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft overgeleverd… “ Hier, en ook elders, maant hij de echtgenoot aan zijn echtgenote trouw te blijven en haar dus op zijn manier onderdanig te blijven. De onderdanigheid van de vrouw prijzen, was niets anders dan zich plooien naar de geplogenheden van die tijd. Van de man trouw eisen ging in tegen die geplogenheden. In de toenmalige cultuur was het immers algemeen aanvaard dat een man om een of andere reden zijn vrouw mocht verstoten en er vele minnaressen mocht op nahouden. In de kerkelijke gemeenschappen werd dat niet aanvaard. Daar werd van de man zelfbeheersing geëist.
Men zal zeggen dat deze paulinische stelregel niet meer was dan een al te schuchtere aanzet tot een evolutie die pas veel later, in onze geseculariseerde tijd, tot de eigenlijke emancipatie van de vrouw zou leiden.
In de hoge middeleeuwen, toen het kerkelijk (canoniek) recht tot volle ontwikkeling was gekomen en zijn gezag kon laten gelden, kon de kerkelijke overheid de gelovigen ertoe brengen het huwelijk te zien als berustend op de vrije instemming van bruid en bruidegom. Niet langer was daarvoor de instemming van de vader nodig. Dat wil zeggen dat individuen een huwelijk sloten in plaats van de families. Het huwelijk zou voortaan steunen op wederzijdse liefde, op wat soms de “romantische liefde” is gaan heten. De liefde voor de verre, onbereikbare geliefde werd toen opgehemeld in een zeer gesmaakt literair genre.
Holland stipt hierbij aan dat deze opvatting van het huwelijk grote, enigszins spottende verbazing wekte buiten de cultuurkring van het christendom. Monogamie was voor de moslims een buitenissige idee en huwelijken met een partner van buiten de eigen clan waren dat eveneens. Het kerkelijk gezag was er trouwens op bedacht huwelijken met naaste verwanten te verbieden en de trouwlustigen ertoe te brengen hun partner buiten de ruime familiekring te gaan zoeken.
Gedreven door hun verliefdheid stellen Romeo en Julia hun individuele geluk boven dat van hun clan
De spanningen die hiermee gepaard gingen, vinden wij terug in Shakespeares “Romeo en Julia”. De protagonisten behoren tot twee vijandige families van Verona, de Capulets en de Montagues. Die zien een huwelijk van een van hun telgen met iemand van de andere familie absoluut niet zitten. Gedreven door hun verliefdheid, en geholpen door een geestelijke, deinzen Romeo en Julia niet terug voor de kloof tussen hun families. Zij stellen hun individuele geluk boven dat van hun clan.
De consequenties van de middeleeuwse canonieke hervorming bleken al gauw niet minder dan revolutionair te zijn. Het kleine kerngezin, bestaande uit vader, moeder en de kinderen, werd het eigenlijke milieu waarin individuen leefden. En niet meer de grote clan die onder het gezag stond van de familiale patriarch en die vooral in hogere kringen toonaangevend was geweest. Zo werd de weg geëffend voor de individuen, vrouwen en mannen, die wilden ontkomen aan de strakke familieverbanden. Is het niet aannemelijk dat de echtgenote in dit kleinschalige gezinsleven, met een man die zij in zekere mate zelf had gekozen, van een grotere autonomie kon genieten dan in de grote patriarchale familie van vroegere eeuwen? Een grote stap in de richting van de emancipatie van de vrouw, al moet gezegd dat die in de volgende eeuwen niet rechtlijnig is verlopen.
Besluit? Paulus hield rekening met de cultuur van zijn tijd. Dat maakt hem een hervormer en geen revolutionair. Dat wil zeggen: hij besefte wat mogelijk was en wat niet.
Foto door Esther Ann via Unsplash