Gevangenisaalmoezenier Siska Deknudt krijgt onverwacht een versgebakken pannenkoek aangeboden door een gedetineerde. Dat mag niet, dus ze weigert. Dan komt er een bewaker aan…
Voor de derde keer neem ik jullie mee naar de gevangenis in Beveren tijdens deze advent. De strafinstelling is modern en koud. We staan tussen de hoge muren van grijs beton. Ook het leven in detentie is hard. Muren en regels bepalen het dag- en nachtritme. Maar soms verschijnt, uit het niets, een warme gloed. Even maar. Daarna trekt hij zich weer terug. Tussen de muren en de regels. Om even later onverwachts opnieuw door te breken. Contrastervaringen. Ik deel er twee met u.
De uit handen gegeven jongeren van de strafinstelling van Tongeren zijn verhuisd naar een leegstaande gevangenisvleugel in Beveren. Uit handen gegeven jongeren zijn volgens de rechter niet meer voor pedagogische verbetering vatbaar. David is één van hen. Via zijn coördinator had hij om een gesprek met een aalmoezenier gevraagd.
Je hebt mooie schoenen aan
Ik kom voor het eerst op zijn cel en vraag of ik mag gaan zitten? Er volgt een flauw nauwelijks merkbaar knikje en een zeer duidelijk onderzoekende blik. Aarzelend neem ik de stoel en ga zitten. ‘Je hebt mooie schoenen aan’, hoor ik hem zeggen. ‘Dank je wel’ antwoord ik. Dankbaar voor deze onverwachte ijsbreker. ‘Vroeger keek ik altijd naar de schoenen van mijn vrienden. Ze hadden mooie schoenen van echt leder. Schoenen die mijn moeder niet kon betalen…’
Hij weet veel over schoenen. Hij weet ook precies welke schoenen bij wie passen. Als hij vrijkomt, wil hij het liefst als schoenenverkoper aan het werk. Met het geld dat hij dan zal verdienen, wil hij mooie schoenen voor zijn zusje kopen. Zij moet een beter leven krijgen. Hij kan haar niet volledig beschermen, dat weet hij wel. Maar het verdriet en de frustraties van de schoenen, die wil hij haar absoluut besparen.
Het delen van zijn droom doet goed
Ik glimlach dankbaar naar mijn schoenen en stap, zonder enig verweer, mee in zijn droom. In mijn gedachten zie ik hem een grote stapel schoenendozen dragen. Zijn gezicht steekt er nog net bovenuit. Een grote glazen schuifdeur van een mooie schoenenzaak gaat vanzelf open. Ik ga naar binnen. Zonder woorden gaat hij meteen op zoek naar die schoen die precies bij mij past. Het delen van zijn droom doet goed, de onverwachte warme gloed.
Een heerlijke pannenkoekengeur komt onder de deur gekropen van de gespreksruimte die naast de keuken is gelegen. ‘Lucien is pannenkoeken aan het bakken’ zegt de gedetineerde die tegenover mij zit. De pannenkoeken van Lucien zijn erg gewild.
Bij het verlaten van de gespreksruimte biedt Lucien me een pannenkoek aan. ‘Neen, dank je wel’ zeg ik met een knipoog. Enkele meters verder zie ik een bewaker staan. Eten aannemen van een gedetineerde is verboden. Maar de bewaker heeft het aanbod en mijn afwijzing gehoord en begrepen. Ze zegt: ‘Siska, daar zal je spijt van krijgen, want ze zijn erg lekker’.
Geef siska nu maar een pannenkoek
Verrast kijk ik haar aan. ‘Ga achter de deur staan’ zegt ze kort. Vervolgens roept ze twee gedetineerden die ze laat plaatsnemen voor de bewakingscamera. ‘Komaan Lucien, geef Siska nu maar een pannenkoek’.
Geen glimlach, niet de minste verandering in haar stem. Het lijkt een doodgewone opdracht. Lucien gaat met groot enthousiasme onmiddellijk aan de slag en biedt me een dikke, met slagroom gevulde, pannenkoek aan.
De slagroom loopt er aan alle kanten uit
In de best beveiligde strafinstelling van Vlaanderen sta ik als een ondeugend kind achter de deur een pannenkoek te eten. De slagroom loopt er langs alle kanten uit. Twee gedetineerden houden trouw de wacht. Iedereen lijkt dit een perfect normale situatie te vinden. ‘En?’ vraagt Lucien. ‘Heerlijk’ zeg ik en krijg vervolgens de slappe lach. En de bewaker? Zij weet van niets.