Michael Kelly ziet uitzichtloze en mensonterende omstandigheden bij de vluchtelingen die hij in Bangkok bijstaat. De volledige wanhoop dreigt, tot hij van een oude monnik leert de situatie met andere ogen te zien.
Sommige dagen voel ik me een mensensmokkelaar, andere dagen zie ik mezelf als een hedendaagse Oskar Schindler. Maar meestal voel ik me gewoon verstrikt, samen met de duizend vluchtelingen en asielzoekers die ik probeer uit de open gevangenis genaamd Bangkok te halen, met weinig succes.
Zo’n vijf- tot zesduizend mannen, vrouwen en kinderen leven hier als ‘stedelijke’ vluchtelingen en asielzoekers zonder UNHCR-vluchtelingenstatus. Ze komen uit Pakistan, Zuid-Soedan, Iran, delen van Afrika, zelfs uit Vietnam.
Veel kinderen zitten de hele dag thuis naar films te kijken
Ze leven in Bangkok onder verwaarloosde omstandigheden. De Thaise immigratie-autoriteiten verhinderen hen te werken. Het grootste deel van hun leven brengen ze door achter gesloten deuren in appartementen van vijf bij zes meter, met één bed dat vaak aan vijf tot zes mensen slaapplek biedt. Veel kinderen krijgen niet de kans naar school te gaan en zitten de hele dag thuis naar films te kijken. De bewoners wagen zich alleen ’s nachts buiten hun ‘woning’, of als ze er zeker van zijn dat de politie er niet is. De rest van de tijd blijft de deur op slot.
Toen ik nog onschuldiger en wereldvreemder was dan ik nu ben, ontdekte ik een auteur die een van de beste boeken over christelijke spiritualiteit schreef die ik ooit heb gelezen. Sebastian Moore was een Engelse benedictijn die in 2014 op 97-jarige leeftijd overleed. Het eerste boek dat ik van hem las was No Exit. Het verscheen in 1970. Daarin putte uit zijn encyclopedische kennis van de Engelse literatuur, existentiële filosofie en de mystici, met name Ignatius van Loyola en Johannes van het Kruis.
In strak geschreven, korte en bijna poëtische hoofdstukken gaat hij in op wat er met je gebeurt als je tegen de muur slaat en er geen uitweg meer is uit enkele zeer onaangename ervaringen. Zijn constante focus ligt op het ervaren van en het zoeken naar degene ‘in wiens licht we licht zien – Christus’.
Het is een wereld die zwanger is van een angst die gevoed wordt door paranoïde roddels
Moore’s genialiteit zit hem erin dat hij lezers datgene brengt wat maar weinig schrijvers ooit hebben gebracht en wat niet veel christenen lijken te begrijpen – dat wat het Evangelie van Johannes uitbeeldt als Jezus’ moment van verheerlijking: zijn kruisiging. Zonder een diep gevoel van paradox is het christendom onbegrijpelijk. Ironie moet een joodse uitvinding zijn als de boodschap van Jezus iets is om aan voorbij te gaan.
Ironie en paradox, zoals door Moore in beeld gebracht, zijn de enige dingen die mij in Bangkok ondersteunen. Ze suggereren hoop. Zonder dat is het leven hier niets anders dan een opeenstapeling van onschuldig en onbezoldigd lijden: roofzuchtig misbruik en afpersing door de Thaise politie, UNHCR-ambtenaren die niet luisteren en niet begrijpen, hersenloze bureaucraten bij de NGO’s die naar verluidt toegewijd zijn aan het dienen van de behoeften van de vluchtelingen, maar die in werkelijkheid individuen slechts behandelen als statistieken.
Het is een wereld die zwanger is van een angst die gevoed wordt door paranoïde roddels die in de gemeenschap snel de ronde doen. Daartegen bestaat geen ander tegengif dan de hoop, want er is weinig bewijs dat er iets gebeurt om de geestelijke en emotionele gezondheid van de vluchtelingen te ondersteunen.
Omdat sommige leden door de lokale immigratiepolitie worden betrapt en voor onbepaalde tijd gevangen worden gezet
Het breekt de harten van de vluchtelingen wanneer hun kinderen of de ouderen ziek zijn en er geen geld is om een beroep te doen op de middelen van een medisch systeem dat tot het beste in Azië behoort. Het breekt de harten van de vluchtelingen wanneer families worden gescheiden, omdat sommige leden door de lokale immigratiepolitie worden betrapt en voor onbepaalde tijd gevangen worden gezet – zonder enige vorm van proces of veroordeling.
Bij twee derde van de mensen die ik ken is de aanvraag bij de UNHCR om de vluchtelingenstatus te krijgen afgewezen. En zelfs met die status kunnen ze vaak nog geen kant op. In Bangkok leven duizenden mensen die nergens naartoe kunnen
Terug naar Sebastien Moore en naar No Exit. Of, nauwkeuriger gezegd, terug naar mijn knieën. Bij tijd en wijlen vraag ik mij af of ik de vluchtelingen en asielzoekers niet gewoon moet zeggen dat ik het met Thomas Hobbs eens ben. Dat het leven ‘vervelend, brutaal en kort’ is? Soms heb ik er zin in.
Maar zoals Graham Greene al zei: ‘De enige onvergeeflijke zonde is wanhoop’, wat in traditionele katholieke termen de ‘zonde tegen de heilige Geest‘ is.
Hoewel ik word verleid die zonde te begaan lukt het mij er weerstand tegen te bieden. Maar wat moeten wij dan, de asielzoekers en vluchtelingen in mijn gemeenschap en ikzelf? Gewoon maar wachten en luisteren aan de voet van het kruis waarover Moore schreef. En er van doordrongen raken dat God niet enkel klaagde over wat hij zag. Want hij deed er iets aan. Hij verrees.
Vertaling en bewerking door Rick Timmermans. Lees hier het origineel.