Waardoor is een katholieke samenleving zo anders dan een protestantse? Sociologen doen nog altijd onderzoek naar die vraag. Guido Dierickx over enkele treffende verschillen.
Prijs je gelukkig als je geboren en getogen bent in een protestants milieu. Want volgens vele sociologen hebben protestanten een culturele traditie ontwikkeld die hun een vooraanstaande plaats gaf in de modernisering van onze samenleving. Zo bleken in Duitsland, totdat het verplichte onderwijs werd ingevoerd, protestantse kinderen over het algemeen meer geletterd te zijn dan katholieke. Dat hadden zij te danken aan een traditie die terugging tot Maarten Luther. Die had zijn volgelingen aangeraden zelf de Bijbel te lezen in plaats van die te horen voorlezen door de kerkelijke ambtsdragers. De lutheranen hebben die raad ter harte genomen. Om de Bijbel te kunnen lezen hebben zij leren lezen. Eeuwen later heeft die gewoonte nog sporen achtergelaten, ook al worden die soms pas zichtbaar dankzij verfijnd statistisch onderzoek.
Nog meer opgemerkt werd het erfgoed dat te danken is aan Johannes Calvijn. De zeer invloedrijke socioloog Max Weber meende dat diens predestinatieleer grote, zij het grotendeels onbedoelde gevolgen heeft gehad. Zijn predestinatieleer hield in dat de mens niet in staat was zijn hemels heil te verwerven, ook niet door middel van een “verdienstelijke” levenswandel. Bij de volgende generatie calvinisten was die leer in haar onverbiddelijkheid moeilijk te handhaven. Zij gingen op zoek naar tekens waaruit hun uitverkiezing zou blijken. En die vonden zij (zo suggereren immers sommige passages in de Bijbel) in economische welvaart. Vandaar een sterke motivatie om die welvaart na te streven met de daartoe geëigende middelen: sober leven, investeren in de toekomst en hard werken. Daaruit is, volgens Max Weber, het moderne kapitalisme gegroeid.
Andere factoren dan theologische kunnen dit contrast niet verklaren
De stelling van Weber heeft veel succes geoogst en veel kritiek gekregen. Maar er duiken nog steeds gegevens op die bewijzen dat hij het niet helemaal mis had. In een recent boek (The Wealth of Religions) halen McCleary en Barro een pittig voorbeeld aan naast vele andere. Enkele jaren geleden werden in Zwitserse kantons referenda gehouden over de verkorting van de arbeidsduur en dus ook over de uitbreiding van de vrije tijd. Welnu, de protestantse kantons, zoals Vaud (met als grote stad Lausanne), stemden overwegend tegen en de katholieke, zoals Fribourg, overwegend voor. Andere factoren dan theologische kunnen dit contrast niet verklaren.
Een wereldbeschouwing die, zoals de protestantse, een stimulans is geweest voor de geletterdheid en voor de economische ontwikkeling van de samenleving, verdient eenieders waardering. Dat betekent echter niet dat de katholieke wereldbeschouwing een minderwaardigheidscomplex aangepraat moet krijgen. Wat betekent het dat katholieken meer vrije tijd op prijs zouden stellen? Wat willen zij daarmee aanvangen? De Amerikaanse socioloog Andrew Greeley heeft over dit onderwerp een welsprekend boekje opengedaan (The Catholic Imagination).
Merk hoe in katholieke middens meer ruimte werd gelaten aan het erotische
Katholieken beklemtonen, meer dan protestanten, de immanentie van God. Zij menen dat God meer nabij is en zich op vele wijzen manifesteert in onze mensenwereld. Vergelijk de rijk versierde katholieke kerken met het dikwijls zo kale interieur van de protestantse. Vergelijk het aantal festiviteiten in het katholieke kerkelijke leven met het ontbreken daarvan in het protestantse. Merk hoe veel de katholieken geïnvesteerd hebben in de schone kunsten. Merk hoe katholieken in de Verenigde Staten meer naar opera’s en concerten en tentoonstellingen gaan dan andere Amerikanen en dat de sterk kerkelijke katholieken nog meer gaan dan de zwak kerkelijke. (Bij de protestanten is het omgekeerde het geval: de sterk kerkelijke gaan minder dan de zwak kerkelijke…) Merk hoe in katholieke middens meer ruimte werd gelaten, meestal toch, aan het erotische. En dit alles gaat samen met een hogere waardering voor het leven in gemeenschap, een leven dat gevierd mag en moet worden, terwijl bij de protestanten een hogere waarde wordt toegekend aan alles wat verwant is met een individualistische mensopvatting.
Is het toeval, laat me dat toevoegen aan het betoog van Greeley, dat de stamvaders van de Europese gemeenschapsvorming katholiek waren (Schumann, Adenauer, De Gasperi)? En dat hun initiatief aanvankelijk eerder koeltjes werd onthaald door protestantse leiders?
Zo men wil letten op de maatschappelijke uitvloeisels van de protestantse en katholieke culturele tradities scoren beide goede en minder goede punten. Een vergelijkend examen afnemen van beide tradities op het punt van hun cultureel erfgoed is wellicht leuk voor opiniemakers maar intellectueel erg gewaagd. Trouwens, daarover blijven polemiseren, zoals men vroeger placht te doen, helpt de samenleving in onze tijd niet vooruit.