In de zomerserie kiezen redactieleden een gedicht dat hen raakte en vertellen ze waarom. Marielle Matthee vertelt hoe Land van genade en verdriet een kompas is op haar zoektocht naar gerechtigheid.
9.
wat te doen met het oude
dat zo lustig meestinkt in het nieuwe
het oude virus bemant al flink de nieuwe kleppen
hoe herken je het oude
met zijn racisme en slijm
zijn onveranderlijke bezittelijke voornaamwoord
wat is de verleden tijd van het woord haat
wat is het symptoom van ontmenselijkt bloed
van pijn die geen taal wilde worden
van pijn die geen taal kón worden
Wat moet je met het oude
hoe word je jezelf tussen anderen
hoe word je heel
hoe word je vrijgemaakt in begrip
hoe maak je goed
hoe snijd je schoon
hoe ver kan de tong overhellen naar tederheid
of de wang raken aan verzoening
een punt
een lijn die zegt: van hier af aan
van dit moment af
gaat het anders klinken
want al onze woorden liggen naast elkaar op de tafel
bibberend van mensenkleur
nu kennen we elkaar
elkaars hoofdhuid en elkaars geur elkaars bloed
we kennen de diepste geluiden die
onze nieren maken in de nacht
langzaam worden wij elkaar
opnieuw
nieuw
en hiér begint het’
Uit het gedicht: ‘Land van genade en verdriet’ (Antjie Krog)
Soms kan een gedicht iets blootleggen van een essentiële vraag die ook bij mij leeft. Dat ervaar ik bij deel 9 van het gedicht Land van genade en verdriet van Antjie Krog. Dit gedicht is voor mij als een kompas op mijn zoektocht naar gerechtigheid. Het vertelt over het verzoeningsproces in Zuid-Afrika en raakt een bekend verhaal uit mijn jeugd. Een dusdanig bekend verhaal dat ik lang niet doorhad, hoeveel invloed de Tweede Wereldoorlog op mijn jeugd en zingeving heeft gehad. Het was dagelijks aanwezig, als een persoon die bij ons inwoonde.
‘wat te doen met het oude
dat zo lustig meestinkt in het nieuwe
het oude virus bemant al flink de nieuwe kleppen
…
van pijn die geen taal wilde worden
van pijn die geen taal kón worden’
Mijn ouders waren 16 en 17 jaar toen de oorlog uitbrak. Mijn moeder woonde in Rotterdam, maakte de bombardementen en hongerwinter mee, en vertelde me enkel de wonderverhalen. Mijn vader zat ondergedoken in een sanatorium en moest net doen alsof hij niet helemaal wijs was, als de Duitsers binnenkwamen. Maar dat ontdekte ik pas een paar jaar geleden. Dat heeft hij mij zelf nooit verteld. Ja, er kwam vrede in 1945, op schrift. Het gevecht ging echter door in de hoofden van mijn ouders. Ik groeide op met toch wel een weerstand tegen de Duitse taal en cultuur en keek mee als mijn vader avond-na-avond documentaires over de tweede wereldoorlog volgde.
‘hoe herken je het oude
met zijn racisme en slijm
zijn onveranderlijke bezittelijke voornaamwoord’
Ik leerde er dus genoeg over. Ik kende de geschiedenis en wist wie er fout waren geweest. Als het weer zou gebeuren, zou ik nooit de verkeerde kant kiezen, zo dacht ik. Maar klopte dat wel?
‘hoe word je jezelf tussen anderen
hoe word je heel
hoe word je vrijgemaakt in begrip’
Nadat ik op jonge leeftijd opstond voor een klasgenoot die gepest werd, om vervolgens zelf het doelwit te worden, leerde ik snel dat voor iemand in de bres springen, consequenties heeft. Ik ontdekte dat het makkelijker is te pesten, dan gepest te worden. De eerste valkuil.
Ik werd jurist, want de vraag naar wat gerechtigheid is, bleef trekken. Ik trapte in de tweede valkuil, die van ideologie. Met het recht zouden we alles kunnen oplossen. Maar een vriendin uit Sarajevo vertelde me hoever het Joegoslavië-Tribunaal van haar afstond. Hoeveel geld erin werd geïnvesteerd, terwijl Sarajevo nog in puin lag. En een bezoek aan Phnom Pen maakte duidelijk dat abstracte ideeën zonder in contact te blijven met de mensen om wie het gaat, kan leiden tot uitwassen. De ontdekking dat ik wel degelijk voor de verkeerde kant zou kunnen kiezen, kwam als een schok. Maar met die schok kwam er ook openheid, en uiteindelijk rust. Een stukje menswording dat mij in staat stelt om de ander beter te begrijpen.
‘we kennen de diepste geluiden die
onze nieren maken in de nacht
langzaam worden we elkaar’
Met de tijd komt er dan misschien een moment waarop er gesproken kan worden, met elkaar, om tot verzoening te komen. Mijn vader heeft het niet zo kunnen beleven. ‘Langzaam’ betekent misschien wel over meerdere generaties heen. Misschien. Ik weet alleen dat er tijdens mijn verblijf in Berlijn iets van mij afviel. Na de vele wandelingen over de Berlijnse begraafplaatsen en na uitgebreid met een Duitse vriendin (ook ‘tweede generatie’) te hebben gepraat over de impact van de oorlog op onze jeugd. Het werd ons gezamenlijke verhaal.
‘opnieuw
nieuw
en hiér begint het’
9.
wat te doen met het oude
dat zo lustig meestinkt in het nieuwe
het oude virus bemant al flink de nieuwe kleppen
hoe herken je het oude
met zijn racisme en slijm
zijn onveranderlijke bezittelijke voornaamwoord
wat is de verleden tijd van het woord haat
wat is het symptoom van ontmenselijkt bloed
van pijn die geen taal wilde worden
van pijn die geen taal kón worden
Wat moet je met het oude
hoe word je jezelf tussen anderen
hoe word je heel
hoe word je vrijgemaakt in begrip
hoe maak je goed
hoe snijd je schoon
hoe ver kan de tong overhellen naar tederheid
of de wang raken aan verzoening
een punt
een lijn die zegt: van hier af aan
van dit moment af
gaat het anders klinken
want al onze woorden liggen naast elkaar op de tafel
bibberend van mensenkleur
nu kennen we elkaar
elkaars hoofdhuid en elkaars geur elkaars bloed
we kennen de diepste geluiden die
onze nieren maken in de nacht
langzaam worden wij elkaar
opnieuw
nieuw
en hiér begint het’
Uit het gedicht: ‘Land van genade en verdriet’ (Antjie Krog)
Foto door Christian Cortsen