Wie zich aan de stilte toevertrouwt, gaat een andere wereld binnen. Maar kennen wij die ruimte achter woorden en geluiden nog? Ben Frie vraagt het zich af.
Even was ik op reis. Het was niet ver, maar wel druk. Grote groepen jongeren met slaapzakken en tenten op weg naar een festival. In de trein was het verplicht smartphone kijken. Nog niet zo gek in de stiltecoupé. Allemaal eigen werelden. De OV-chipkaart is gemeengoed, de betaalpas – dat hebben we gemeenschappelijk, maar dan wel weer goed afgeschermd. Niemand mag weten wat ik heb of betaal. Schiphol vol reizigers, allemaal op vakantie, naar familie, over heel de aarde verspreiden ze zich. De Autobahn is vol, mijn eigen stad kreunt onder drommen toeristen. De mobiliteit is enorm.
Ik vertoon afwijkend gedrag. Ik heb op mijn smartphone niets te zoeken. Ik sta niet in de rij op Schiphol. Ik kom eigenlijk nooit meer in het buitenland. Word ik oud? Ga je op vakantie, vragen ze. Nee, geen behoefte aan. Mijn belangstelling gaat naar andere dingen uit.
Ook de spoorwegen slaan munt uit mensen die stilte zoeken
Een tijdje geleden nodigde een biermerk uit om ‘de stilte te proeven’. Het was abdijbier. De leus is alweer uit, maar ik vond het (nog afgezien van het bedoelde bier) een leuke uitnodiging. Er is een glossy die stilte ‘uitbaat’: veel stilteplekjes werden verraden en aan een groot publiek prijsgegeven. Ook de spoorwegen slaan munt uit mensen die stilte zoeken. Wat is dat eigenlijk, stilte, vragen velen zich af die permanent geluid om zich heen zoeken en vinden.
Stilte is geladen. Ze herbergt iets, maar je ziet of hoort het niet. De eerste kunst is om stilte stilte te laten zijn, niet steeds in verklarende gedachten te verdwalen, maar gewoon: helemaal niets. Stilte. Ik hoef niets, hoef geen antwoord te geven, geen oplossing te weten. Stilte heelt. Ik kan rustig worden van stilte. Het kan zijn dat stilte confronterend is en daarom bedreigend. Stilte kan aangrijpen, je overvallen als iets dat niet van jou is en ongrijpbaar blijft. Stilte toont wat je verwaarloosd hebt terwijl het juist aandacht verdient.
Voor wie het zo wil interpreteren is stilte religieus. Wij zullen nooit weten wie of wat God is, maar we kunnen Hem of Haar aantreffen in de stilte. Als alles in mij stil valt, is er niet zomaar holle leegte: de stilte werkt op mij in en geeft mij toegang tot ervaringen van geluk en liefde. Ik kan vrede vinden in de stilte, mij er gelukkig in voelen en mij bemind weten. Ik kan het zien noch horen, maar voelen des te meer. Er is contact, communicatie met die geheimzinnige Ander die zich zwijgend aan mij meedeelt.
Je moet dan wel afstand doen van je gewone communicatie, de smartphone uitlaten en Spotify en Netflix laten voor wat ze zijn. Niet spreken – velen kunnen het zich niet voorstellen dat dat kan. Zoveel is waar: je gaat een andere wereld binnen als je je aan de stilte toevertrouwt. Het kan zijn dat je er zoveel rijkdom aantreft, dat niets meer hoeft. Ook reizen hoeft niet meer, want ik kan hier en nu de stilte koesteren – als die tenminste kan vallen zonder dramatiek. Ik vind een volslagen andere partner bij wie het goed verwijlen is. Probeer het uit en laat je verrassen. Proef de stilte.