Je laten troosten, Johannes de Doper ondervindt hoe moeilijk dat kan zijn. Als hij in wanhoop vraagt of Jezus de langverwachte is, krijgt hij geen hapklaar antwoord. En zouden wij niet iets soortgelijks moeten verwachten?
Johannes de Doper is gevangen genomen, omdat hij het gewaagd had Herodes aan te spreken op zijn gedrag. Daar zit hij dan, in een kerker, afgesloten, monddood gemaakt, zijn leven op het spel. En wat betekent het dan, dat zijn naam betekent: God is genade?
Heb ik me vergist in mijn roeping?
We zien hem zitten daar in het donker en horen hem die uiterst pijnlijke vraag stellen: ‘Bent u diegene die komen zou of moeten wij een ander verwachten?’ Met andere woorden: Heb ik me vergist? Heb ik me vergist in mijn roeping om voor Jezus de weg vrij te maken? Heb ik me vergist me geheel en al toe te wijden aan de komst van deze mens?
Deze vraag ‘Bent u het wel die komen zou’, zet een vraagteken achter heel de levensinzet van Johannes. Het is een vraag uit de diepte, waarbij ik me voorstel dat alle grond onder de voeten is weggeslagen; een verbroken verbinding. Het donker doet zijn werk.
Misschien herkennen we dat. Zo’n tegenstem in je binnenste, die ondermijnt waarvoor je dacht te leven. Er zijn alleen nog bange vragen zonder antwoord. Misschien, misschien, alleen nog het gebed: “God laat niet toe, dat het duister tot mij spreekt’. Wat is er dan nog mogelijk? Is er een weg te gaan? Wat is mijn ervaring? Hoe gaat Johannes mij voor?
Ik zie dat Johannes zijn vraag, waarmee hij heel zijn levensinzet op het spel zet, niet in zichzelf verborgen houdt. Hij komt tevoorschijn en breekt uit zijn afgeslotenheid door zich, via zijn leerlingen, te wagen aan de ontmoeting met Jezus.
Jezus biedt geen zekerheid, geen houvast, stelt niet gerust.
Ik stel me voor dat de vraag niet alleen voor Johannes de Doper cruciaal was, maar dat de vraag voor Jezus mogelijk een ware beproeving was. Om zo op zijn roeping te worden bevraagd, juist door deze Johannes. We horen Jezus in ieder geval niet zeggen: ‘Ja, ik ben de langverwachte’. Hij biedt geen zekerheid, geen houvast, stelt niet gerust. Ook biedt Jezus geen enkele oplossing voor de cruciale situatie waarin Johannes zich bevindt. Geen oplossing, geen houvast, maar wat dan wel?
Hoor en zie! Hoor en zie de tekenen: Zie de daden van bevrijding, waarnaar de profeet Jesaja verwijst als teken van Gods komen naar ons. Wat pijnlijk opvalt, is dat Jezus het teken weglaat dat als laatste wordt genoemd: het bevrijden van de gevangenen uit de kerkers. Bitter genoeg is dat nu juist de situatie waarin Johannes zich bevindt. In plaats daarvan voegt Jezus toe: Gelukkig diegene die geen aanstoot aan mij neemt.
Dat ik leer verdragen dat ik niet gemakkelijk wordt getroost
Wat zegt hij toch? Iets als: Neem geen aanstoot aan mij, ook als ik anders ben dan jou voor ogen stond, als ik niet beantwoord aan jouw beeld, jouw verwachting? Wordt Johannes de Doper, word ik misschien opgeroepen de beelden over Jezus los te laten en te komen tot een nieuw verstaan, te zien met andere ogen?
Kan ik met dit antwoord van Jezus leven in mijn donkere dagen, waarin mijn leven met God, met Jezus, met mijn naaste op het spel staat? Ik stel me voor dat ik mijn vertwijfeld vragen openleg aan die ander. En dat ik leer verdragen dat ik niet gemakkelijk word getroost. De wijze waarop Jezus troost zet mij zelf op weg. Hoor en zie, een ander verstaan, anders kijken naar God, naar Jezus, naar jou, naar jou, naar jou. Gelukkig word je als beelden openbreken.
Tineke Renkema-Boersma is psychotherapeut en geestelijk begeleider. Zij is lid van de gemeenschap De Hooge Berkt in Bergeijk.