Er is een drijfkracht in ons, die ons in beweging houdt. Een overweging over voortdurend onderweg zijn.
Tijdens de zomermaanden zijn er veel mensen onderweg. Ze verplaatsen zich om er even ‘uit’ te zijn. Uit de gewone tred van het leven. Maar die uitdrukking laat er geen twijfel over bestaan: we zijn eigenlijk altijd onderweg.
Leven is onderweg zijn, een reis, door de verschillende levensfasen. Langzaam uitgroeien tot wie je bent. Daar de volheid van beleven. En dan weer moeten ervaren dat het je uit handen glijdt. Hoe verder je komt, hoe meer je het gevoel hebt werkelijk op reis te zijn. Naarmate er meer achter je ligt, zie je duidelijker jouw route. Hoe lang of kort je ook leeft, jouw route maak je af.
Misschien is spiritualiteit wel vooral het bewust gaan van de weg
Als je lang mag leven, groeit steeds meer het gevoel dat het leven een boog is die je vol mag maken. In de oudere mens groeit het besef van begin en einde, van komen en gaan, van blijven en voorbij gaan, van leven en dood. Terwijl aan het begin van het leven het gevoel overheerst van verder te willen, ergens naartoe op weg te zijn, onbekend maar voor jou bestemd. Maar oud of jong, de weg van het leven zal altijd in ons het verlangen wakker houden. Je blijft altijd vooruit kijken. Er is een drijfkracht in ons, die ons in beweging houdt.
Wat mij in spiritualiteit steeds meer is gaan boeien, is het feit dat het altijd weer gaat om beweging. Spiritualiteit is niet statisch, maar dynamisch. Het is niet zozeer een levensbeschouwing waarvan je kunt zeggen dat je die op een gegeven moment gevonden hebt en dat dit nu verder de jouwe is. Het is niet een kwestie van ‘zo zie ik het’, maar eerder ‘zo leef ik het’.
En als leven dan inderdaad onderweg-zijn is, dan wordt spiritualiteit noodzakelijk in die beweging meegenomen. Als er geen sprake meer is van beweging, maar alleen nog maar van stilstand, dan ebt het leven weg. Dan is er ook geen sprake meer van spiritualiteit, van geestelijk leven. Misschien is spiritualiteit wel vooral het bewust gaan van de weg, je groei bewust doorleven.
Is het een wonder, dat in veel levensbeschouwingen het symbool van de weg een heel wezenlijk gegeven is? De christelijke levensbeschouwing maakt daarop geen uitzondering. Het volk van Israël is trouwens begonnen als een volk van zwervers. In zijn bestaan speelde het onderweg zijn een centrale rol. Met Abraham geroepen om weg te trekken, zonder te weten waar hij terecht zou komen.
Geestelijk leven is een nooit eindigende beweging
Het feitelijk zwervende leven werd tot een manier van leven, een kijk op het leven, een geloof. Niet je eigen wegen gaan, maar de wegen van Degene die je op weg heeft gezet en onderweg bij je blijft, met je mee trekt. Met die tochtgenoot wordt het leven beleefd als een uittocht, doortocht, intocht.
De ‘aanhangers van de weg’ – zoals de christenen werden genoemd – worden in beweging gehouden. Leven is niet alleen een natuurlijke beweging, de beweging gaat veel dieper. Mensen gaan pas echt hun weg, als dat een bewuste weg is, niet alleen gegaan maar met een Reisgenoot. De mens is niet alleen een homo viator, mens onderweg, maar ook pelgrim. En mensen samen zijn Gods volk onderweg.
Als dat besef groeit, ontstaat er geestelijk leven. Geestelijk leven is meer nog dan alle leven een weg. Juist daar is nooit de definitieve eindvorm bereikt. Geestelijk leven is een nooit eindigende beweging. Altijd onderweg.