In deze vastentijd staat Ignis Webmagazine stil bij de werken van barmhartigheid. Deel 3: “Je bent zelf vreemdeling geweest in Egypte!”
Het derde werk van barmhartigheid luidt: vreemdelingen opnemen. Jezus wist er alles van. Toen hij met zijn leerlingen door het vijandig gezinde gebied van de Samaritanen kwam, weigerde men hem daar onderdak te verlenen. Twee van zijn leerlingen stelden voor om vuur uit de hemel te vragen en die ongastvrije lieden te verdelgen. Hij wees ze streng terecht (Lc. 9:52-56).
God zelf was met dit werk van barmhartigheid begonnen. Immers, Hij heeft het volk een land gegeven om te wonen, hoewel ze daar geen recht op hadden. Als ze nog in de woestijn op weg zijn naar dat land, krijgt het van Mozes de Wet, samengevat op twee stenen platen (Ex. 31:18).
Daar hebben we geleerd hoe goed het doet als vreemdeling onthaald te worden
Wanneer we eenmaal in het land wonen dat God ons gratis geeft – aldus Mozes – wees dan goed voor de vreemdeling in je midden, want “je bent zelf vreemdeling geweest in Egypte” (Dt. 5:15). En dat was geen leven. Egypte: dat was het slavenhuis. Dus als je je uit eigen ervaring herinnert hoe het niet moet, maak dan gebruik van die ervaring door te doen zoals het wel moet en de vreemdeling te behandelen, zoals je destijds zelf behandeld had willen worden.
Ooit bracht ik met een handvol leerlingen de grote vakantie door aan de rand van Mexico-Stad. Uitgenodigd door een medebroeder die daar zielzorg deed te midden van armen en paupers. ‘Natuurlijk’ logeerden we niet in een hotel. De novicen van een schamel zusterhuis ruimden hun piepkleine, geheel lege kamertjes uit, zodat wij daar al die tijd konden verblijven.
Vaak werden we bij arme mensen te eten uitgenodigd. Ze gaven hun laatste geld voor ons uit. Ze wilden er niets voor terug hebben. Daar hebben we geleerd hoe goed het doet als vreemdeling onthaald te worden. En ook: hoe moeilijk het is als vreemdeling te ontvangen wat je gratis wordt aangeboden.
Eens kwamen er leerlingen bij Jezus met het bericht dat ze iemand hadden ontmoet die in zijn naam genezingen verrichtte, terwijl hij niet eens tot de eigen kring behoorde. Ze hadden geprobeerd het hem te beletten. Jezus antwoordde dat ze dat juist niet moesten doen (Mc. 9:38-40). Mensen een plek geven in je leven, je gedachten en gevoelens terwijl ze daar eigenlijk niet thuishoren: werk van barmhartigheid. Nergens wordt gezegd dat het ‘geen probleem’ is.
| 1. Hongerigen voeden | 2. Dorstigen te drinken geven | 3. Vreemdelingen opnemen | 4. Naakten kleden | 5. Zieken bezoeken | 6. Gevangen bezoeken | 7. Doden begraven |