Dertig dagen teruggetrokken leven, in stilte en meditatie: wat doet dat met je? Miek Pot schreef er een indrukwekkend geestelijk dagboek over.
Met de treffende titel Ik zal altijd van je houden slaagt Miek Pot erin heel compact een geloofsproces weer te geven dat in het leven van velen van grote betekenis is geweest: het doen van de ‘Geestelijke Oefeningen’ van Ignatius van Loyola.
Miek Pot is historica en geestelijk begeleidster, en leefde twaalf jaar als kloosterlinge bij de Soeurs de Bethléem. Aan het begin van dit verslag van haar dertigdaagse ignatiaanse retraite, stelt zij zich de vraag of ze nog ooit terug wil naar een vorm van religieus leven. Het antwoord op die vraag blijft uit; haar onschatbare evaluatie omvat heel andere conclusies: “Ik ben veel meer mezelf geworden. … Ik voel beter en ik kan gemakkelijker bij mijn emoties komen.” “Ik kwam zwaarmoedig aan, en vertrek vrolijk en lachend van hier.”
Miek Pot beschrijft fraai hoe emoties een vrije loop krijgen in de stilte
Dertig dagen als een aaneengeschakelde therapie, niet in de psychologische zin van het woord, schrijft ze, maar meer als een zorg dragen voor God ‘opdat Hij niet sterft in mij.’ “De geestelijke strijd is geen eenvoudige, en ze is zeker nog niet gestreden.” “Weer zie ik mijn weigering me … te openen voor de liefde.”
Miek Pot beschrijft fraai hoe sterke emoties een vrije loop krijgen in de stilte, die zich afspeelt in heel gewone dingen als niet kunnen slapen of het mooie weer. “In het dagelijks leven gaan we heel snel over gebeurtenissen heen, maar hier komen ze nog eens, in de stilte, terug.” “De rouw om mijn (verloren) vreugde doet me huilen.” “‘Boosheid tegenover God’ – was heel mijn toewijding aan het religieuze leven boerenbedrog?”
Een nuchtere terugblik op een van de dertig dagen: “Een balorige dag die diepgaand eindigt. Mijn onwil om te bidden is tegen de avond door het Jezus-gebed getransformeerd in een innerlijk vuur. Later op de avond zakt het weer in, en zou ik het liefst naar huis gaan. Wat doe ik mezelf aan, verzucht ik.” Prachtige, heel concrete beschrijvingen van wat doorgaat voor de kwade geest: zal ik niet gewoon met de oefeningen stoppen?
Een nare verwarring is haar gebruik van het woord ‘contemplatie’, waar doorgaans het woord ‘meditatie’ wordt gebruikt. Een meditatie kan tot contemplatie leiden, maar dat is niet per se gegeven. Zij wekt zo de indruk dat dat wel zo zou zijn. Ook haar stoeien met de woorden consolation en désolation is jammer. Waarom komt ze niet tot de geijkte woorden ‘troost’ en ‘troosteloosheid’, ook al zullen die altijd toelichting blijven vragen?
“Het meeste heb ik zelf moeten uitzoeken”, schrijft ze
De wisseling van stemmingen beschrijft ze immers heel effectief: “Naderhand zie ik wat er gebeurt en stap ik eruit. Dan blijkt dat God aanwezig is zoals Hij dat elke dag is en dat ik de weerstand zelf in mijn hoofd creëer.” “Een ‘heilige’ gedachte, maar ze geeft me alleen maar onrust.” “De angsten zijn grotendeels gevlucht. Mijn hoofd heeft de tirannie opgegeven, en mijn hart begint te ademen. Het stroomt in mij.”
In haar verslag zijn de sporen duidelijk zichtbaar van de instructie zoals een begeleider in de traditie van Ignatius die ook hoort te geven. “Het meeste heb ik zelf moeten uitzoeken”, schrijft ze over haar geestelijke leerweg. Dat is precies waar deze oefeningen een weg voor wijzen, zoals Miek Pot overtuigend beschrijft. Het zal wel enige vertrouwdheid vragen met de christelijke belevingswereld om haar weg goed te kunnen onderscheiden.
Miek Pot, Ik zal altijd van je houden. Dagboek van een dertigdaagse retraite, uitgeverij Adveniat, Baarn, € 16,50. Meer informatie/bestellen: website uitgever.