Ouderdom brengt broosheid, beperkingen, ziekte. Maar – zeker wanneer je een rijk geestelijk leven leidt – ook veel tevredenheid, vreugde en dankbaarheid, ontdekte de Amerikaanse jezuïet Gerald McKevitt.
Wat is de spiritualiteit van oude mensen? Mondeling historisch onderzoek maakte het mogelijk om iets meer te begrijpen van marginale of ondervertegenwoordigde groepen in een groter cultureel geheel. De interviewer kon dieper ingaan op de affectieve ervaringen en het innerlijk leven van zijn gesprekspartners. De tevredenheid over hun leven als oudere bleek voor een groot deel bepaald door hun religieus engagement. Ondanks hun klachten over het afnemen van hun energie en de kwaliteit van sommige vermogens bleken zij te beschikken over een goed verdedigingssysteem tegen angsten, bijvoorbeeld om dement te worden.
Teleurstelling en beproeving bleven hen niet bespaard. Religieus leven kent zijn kruiswegstaties. Voor hun geluksgevoel van nu hebben deze ouder wordende jezuïeten hard moeten vechten. Gaandeweg leerden zij hun ordesgemeenschap te aanvaarden als een menselijke organisatie en kregen er een diepe genegenheid voor. Ook voor hun kerk bleef sympathie overheersen: geschokt als velen waren door de gebeurtenissen van de afgelopen jaren, vochten ze er toch voor om hun vertrouwen in de hiërarchische kerk niet te verliezen.
God wordt niet alleen gevonden in het succes, maar vaak nog dieper en authentieker in het falen
God wordt niet alleen gevonden in het succes, zo wijst de terugblik van velen van hen uit, maar vaak nog dieper en authentieker in het falen. Het besef anderen al doende pijn gedaan te hebben droeg ertoe bij, dat illusies en onrealistische verwachtingen opgegeven konden worden. Relaties zijn weliswaar een bron van vreugde in het leven van een jezuïet, maar ze kunnen je ook op de proef stellen. Soms eenzaamheid ervaren hoort erbij; het gekozen pad heeft voor velen uiteindelijk toch tot een gelukkige oude dag geleid. “Je vertrouwt erop dat je je leven geleid hebt zo goed als je kunt, al ben je niet altijd trouw of voortreffelijk geweest.”
In het verleden was het belangrijkste van spiritualiteit hoe goed dood te gaan; in deze eeuw is de uitdaging echter hoe goed te leven, ook al nadert het einde. Vele oudere jezuïeten blijven spiritueel en psychisch gezond door apostolisch bezig te blijven. “Ik houd ervan tot een veranderende kerk te behoren”, een getuigenis dat staat naast de ervaring van sommigen dat ze een kluizenaar zouden worden als ze niet iets hadden om te doen. Als taak zien sommigen behoeder te zijn van zin, vooral door jongeren daarin van advies te dienen. Als oudere priester konden zij vaak een wijze rol vervullen in de vormingsstaf van hun provincie.
“Ik houd ervan tot een veranderende kerk te behoren”
Het onderhouden van een sociaal netwerk is niet minder belangrijk voor hen die gepensioneerd zijn. Het voeren van gesprekken geeft velen zin: “Medebroeders laten je binnen in hun leven en het is geweldig om met hen op hun innerlijk niveau te mogen werken.” “Ik stel mijn leven in het Koninkrijk voor als een doorlopend vertrouwelijk gesprek.”
“Het ignatiaanse begrip onverschilligheid is een klein geheim van mijn leven en van mijn apostolaat geworden – het zit in de gereedschapskist van mijn gebed.” Zoals John Henry Newman reeds zei: “Oude mannen worden in hun ziel net zo stram, mager en bloedeloos als hun lichaam, behalve in de mate dat de genade ze doordringt en zacht maakt.” Voor veel interviewpartners zijn de latere jaren van hun leven een tijd van diepe tevredenheid. Ze leven meer met God verbonden dan ooit tevoren. De oude dag ervaren zij als een geweldige gave.
Het volledige artikel verscheen oorspronkelijk in het Amerikaanse tijdschrift Studies in the Spirituality of Jesuits. In een Nederlandse vertaling verscheen het in Cardoner (2013, extra editie). Bewerking en inkorting voor Ignis: Ben Frie SJ.