Zichtbare tekenen van een onzichtbare geloofswerkelijkheid – dat zijn de zeven sacramenten van de Kerk. In deze reeks staan we stil bij hun betekenis en toepassing. De ziekenzalving is het sacrament van verzoening, troost en kracht bij ziekte en sterven.
Het Heilig Oliesel of Sacrament der zieken brengt zieken en stervenden vrede en helpt de gelovige mens tot overgave te komen.
Al in het vroege christendom bestond de praktijk van de zalving, zoals in de brief van Jakobus beschreven: “Is iemand onder u ziek? Laat hij de priesters van de gemeente roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam van de Heer.” De gewijde olie, ‘oleum infirmorum’ ofwel ziekenolie, werd ook toegediend door leken. Vanaf de achtste eeuw wordt ziekte beschouwd als zonde, waardoor de priester de biecht hoorde bij de zieke en vergeving kon schenken.
Tegenwoordig ligt meer nadruk op het gemeenschappelijke karakter van de ziekenzalving. Voor een moment van overpeinzing komen familieleden bij elkaar rond de zieke. De priester legt hem of haar de handen op, een gebaar dat het overdragen van kracht beduidt en bijzondere zorg en betrokkenheid. Andere aanwezigen kunnen dat gebaar overnemen. Dan zalft de priester het voorhoofd en de handen, symbool voor goed en kwaad, geven en ontvangen, lief en leed.
Rond dit sacrament bestaat een hardnekkig misverstand: het zou uitgesteld moeten worden tot het laatst, zodat het de stervende begeleidt naar het eeuwig leven. Het ontvangen van het sacrament zou het moment van overlijden aankondigen. De communie die de zieke desgewenst kan ontvangen, heet weliswaar ‘viaticum’ (‘afscheidsmaal’ of ook ‘reisgeld’), maar de rite van de ziekenzalving is primair van betekenis voor zieken en niet zo uitdrukkelijk voor stervenden. De zieke moet nog goed bij kennis zijn en het sacrament bewust kunnen ontvangen. De rite kan meermaals herhaald worden bij crisissituaties in het leven van gelovigen.
Peter Peelen SJ vertelt over zijn ervaringen met het toedienen van dit sacrament:
Afbeelding door Jules & Jenny, via flickr.com.
1. Doopsel. 2. Vormsel. 3. Eucharistie. 4. Priesterwijding.
5. Huwelijk. 6. Biecht. 7. Ziekenzalving.