Zichtbare tekenen van een onzichtbare geloofswerkelijkheid – dat zijn de zeven sacramenten van de Kerk. In deze reeks staan we stil bij hun betekenis en toepassing. De eucharistie, het sacrament van de godsontmoeting in de maaltijd van brood en wijn.

Het Griekse woord ‘eucharistie’ betekent ‘dankzegging’. Tegenwoordig is het kernpunt van de ontmoeting van gelovigen bij de mis of eucharistieviering, dat God dank wordt gebracht voor het leven van Jezus: Hij gaf zichzelf voor het welzijn van de mensen.

De maaltijd, met karakteristieke momenten als breken en delen, is symbool voor de ontmoeting met God. Als de priester in de kelk wijn aanlengt met water zegt hij: “Water en wijn worden één. Gij deelt ons menszijn en neemt ons op in uw goddelijk leven.”

Door opnieuw de woorden van Jezus na te zeggen – “Dit is mijn bloed” – verandert de wijn in het bloed dat Jezus ons geeft. Het brood (de hostie) verandert door de woorden “dit is mijn lichaam” in de aanwezigheid van Jezus.

Als symbool voor Jezus’ zelfgave wordt vaak de pelikaan afgebeeld met haar jongen: van de pelikaan werd gedacht dat zij zich in de borst prikt om haar jongen in leven te houden met haar eigen bloed.

Ook voor kinderen

Al op jonge leeftijd kunnen kinderen worden binnengeleid in deze bijzondere ontmoeting als ze hun ‘eerste communie’ doen. Vaak wordt de voorbereiding begeleid door ouders, meestal moeders. Een van hen vertelt: “Kinderen kunnen goed begrijpen waar het om gaat in de eucharistie, al kunnen ze het woord nauwelijks uitspreken. Breken en delen is een vertrouwd gebaar, dat hun al jong is bijgebracht. ‘God’ is als begrip misschien ver weg en onbegrijpelijk, maar er zijn toch veel concrete momenten in het geloof die voor kinderen aansluiten bij hun eerste levenservaringen. Al zijn kinderen met 7, 8 jaar nog jong, ik leid ze graag binnen in dit geheim als ze voor het eerst ‘te communie gaan’, wat ze fascinerend vinden ook door alles wat erbij komt kijken. God komt heel dichtbij!”

De sacramenten

1. Doopsel. 2. Vormsel. 3. Eucharistie. 4. Priesterwijding.
5. Huwelijk. 6. Biecht. 7. Ziekenzalving.