Zichtbare tekenen van een onzichtbare geloofswerkelijkheid – dat zijn de zeven sacramenten van de Kerk. In deze reeks staan we stil bij hun betekenis en toepassing. De biecht is het sacrament van vergeving en verzoening.
De biecht is het sacrament waarbij na de berouwvolle belijdenis ten overstaan van een priester de zonden worden vergeven. De priester kan daarbij een bescheiden boetedoening opleggen.
Tot het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) bood men in de Kerk nog regelmatig biechtgelegenheid. De priester hoorde de biecht in een speciaal kerkmeubel, de biechtstoel, een doorgaans donkere ruimte waar priester en biechteling elkaar nauwelijks konden onderscheiden. De biecht vraagt weliswaar om een besloten ruimte, maar men kiest tegenwoordig steeds vaker voor een ‘biechtgesprek’, in een spreekkamer bijvoorbeeld of een ontmoetingsruimte. Naast de gebruikelijke knielbank met het rooster (om distantie te bewaren) kan ook gekozen worden om zittend te biechten en vis-à-vis zoals in een normaal gesprek.
De priester is gebonden door het zogenoemde biechtgeheim: dat wil zeggen dat hij hetgeen hem wordt toevertrouwd nooit bekend zal maken aan derden. Zou hij dit geheim onverhoopt toch schenden, dan wordt hij geëxcommuniceerd (uit de gemeenschap geplaatst).
De biecht kan ook onderdeel zijn van een dienst of viering van boete en verzoening; gelovigen zijn dan in een meditatieve sfeer samen en ondersteunen elkaar in dit sacrament. Zoals het woord zegt: op de vergeving volgt de verzoening met de Heer van het leven, hetgeen in samenzang of gebed tot uiting gebracht kan worden.
Carolien Schouten trad als volwassene toe tot de katholieke Kerk en vertelt:
“Ik heb, als nieuwe katholiek, heel veel gebiecht: drie jaar lang, elke zes weken. Ik had een moeilijk leven. Mijn man was na de dood van ons kind depressief geworden, maar ik was ook in de rouw en ik kon daar niet tegen gewoon. We hebben dus heel wat afgeruzied en dan voelde ik me besmeurd en dacht ‘ik ga maar weer biechten’. Soms was het tijdens die biecht al alsof het licht aanging en dan voelde ik me heel dicht bij God en vergeven en dan kun je er weer tegen.”
1. Doopsel. 2. Vormsel. 3. Eucharistie. 4. Priesterwijding.
5. Huwelijk. 6. Biecht. 7. Ziekenzalving.