Voor wie zich verwondert is het gewone niet meer gewoon. Een column van Jos Moons SJ.
Mijn zus heeft een dochtertje, Eva. Zes maanden oud is ze nu. Een mooie baby, met spekbenen en onderkin. Pas stuurde mijn zus me een foto van Eva. Op die foto (zie hierboven) ligt Eva op haar rug. Met haar kleine handjes verkent ze haar grote teen. Ze kijkt verwonderd. Alsof ze nog niet wist dat die teen ook bij haar hoorde. Alsof ze een ontdekking doet.
Maar Eva is niet de enige die verwonderd is. Wij, die naar de foto kijken, zijn ook verwonderd. Wat lief, denk je, als je de foto ziet. Toen ik de foto op Facebook zette had ik binnen een dag meer dan 30 ‘likes’. Allemaal mensen die vertederd zijn door dit mensje dat haar teen ontdekt.
Wie zich verwondert ziet met andere ogen . Verwondering gaat dieper dan het oppervlakkige en dieper dan het zakelijke. Verwondering kijkt naar de diepte van de dingen. Neem een regenboog. Die is natuurkundig gemakkelijk te verklaren: zonlicht, verbogen door water, geeft een regenboog. Het water functioneert als prisma, kun je heel geleerd zeggen. Maar de meeste mensen verwonderen zich, en zeggen: wat mooi.
Verwondering is een soort toegang tot God
Voortdurend is er aanleiding tot verwondering. De zonsopgang in de trein naar je werk. De ritselende herfstbladeren op de straat of de rijp op de bomen. Wat schitterend, zeggen we dan. Of de geur van koffie. Wat ruikt dat lekker, denk je dan. Een jonge vrouw die met opa in het park gaat wandelen: wat mooi. En als we zien hoe Eva haar teen ontdekt, zeggen we dus: wat lief.
Verwondering ziet, voelt, de diepte van de dingen. En sommige mensen zeggen dan: laten we even stil zijn, en genieten. Een half uur naar baby Eva kijken kost geen moeite, integendeel. En de geur van koffie opsnuiven, of de zonsopgang bekijken, hoe langer je dat doet, hoe rijker het wordt.
Volgens mij heeft verwondering veel met God te maken. Verwondering is een soort toegang tot God. Voor wie zich verwondert is het gewone niet meer gewoon. Het wordt bijzonder. Want verwondering ziet schoonheid, en geniet ervan. Ze ziet liefde, en ontvangt die. Verwondering ziet leven, en leeft mee op. Ze ziet God, en ontvangt wat Hij geeft.
Verwondering maakt geloven in God gemakkelijker. Want verwondering bevrijdt van de druk om God te bewijzen. Dan zijn vurige godsdienstbestrijders niet meer bedreigend. Of de evolutietheorie nu wel of niet klopt, dat maakt allemaal niet zoveel meer uit. Want verwondering is vooral een zaak van het hart, en niet zozeer van het hoofd. En is het hart niet waar God wil wonen?