In het verre India ontmoet Jan van Deenen SJ een man die in een onbekende taal bekende verhalen zingt: over de tollenaar, de verloren zoon, de schat in de akker…
Zoiets had ik nog nooit meegemaakt.
De parabels van het evangelie, gezongen in een hindoetempel.
Het was in Bangalore, Zuid-India.
Zeker honderd vrouwen en mannen in kleurrijke kleren
zitten in kringen op de grond.
Zacht zingen zij ritmisch dezelfde mantra.
Daar komt de voorganger naar voren, in lang rood gewaad.
Een prachtige witte baard. Indrukwekkend.
Ieder wordt stil. Dan tokkelt hij op een snaarinstrument.
Je voelt de aandacht en eerbied.
Dan begint hij melodieus te zingen.
Af en toe zegt hij enige woorden.
Hij zingt weer verder en de aanwezigen antwoorden met de mantra.
Het duurt en duurt.
Ik versta geen woord maar ben toch behoorlijk onder de indruk.
Na de bijeenkomst wil ik graag met de voorganger spreken.
Ben benieuwd wat hij heeft gezongen en gepreekt.
Gelukkig spreekt hij duidelijk Indisch-Engels.
Tot mijn verbazing vertelt hij
dat hij dagelijks in deze en andere hindoetempels
parabels uit het evangelie zingt.
Over de verloren zoon en de barmhartige vader.
Over de biddende tollenaar en de zelfverzekerde farizeeër.
Over de schat in de akker. En over het zaad op de akker.
“De mensen vinden het prachtig en ik leef zelf vanuit het evangelie.”
Een ontmoeting die mij na jaren nog steeds ontroert.
Mij tot denken zet
over de kracht van het evangelie over verre grenzen heen.