
Dit is mijn eerste bijdrage uit Boston. Wat ik van de politieke ontwikkelingen alhier denk, vraag je je wellicht af. En hoe is het gesteld met de Amerikaanse kerk? Ik geloof dat ik nog wat meer tijd nodig heb om daar verstandige gedachten over te formuleren. Waar ik wel iets over kan zeggen is over hoe ik hier terecht gekomen ben, en waarom ik dat een mooi verhaal vind.
Dat ik mijn leven voorlopig vervolg in Boston is niet vanzelf gegaan. Toen ik gevraagd werd – onverwacht en ongezocht – heb ik eerst nee gezegd. De zin staat me nog helder voor ogen: I am from Europe for Europe (ik ben van Europa, voor Europa). Na drie dagen schoot de gedachte door mijn hoofd dat ik de mogelijkheid misschien toch moest verkennen. Hoort het ook niet bij onze onverschilligheid om onthecht te zijn aan de eigen overtuiging?
Ten eerste, ik ben zielsgelukkig dat er zoiets is als een stem die, als ik het stil maak, in mijn ziel fluistert
Na een tweede gesprek met de decaan – dank dat hij opnieuw tijd maakte – volgden drie dagen verwarring. Op dag drie viel, tijdens mijn gebruikelijke avondwandeling, het kwartje. De zaak was aan het borrelen, ik zat midden in een onderscheidingsproces. Als mens was dat ongemakkelijk, maar als jezuïet moest ik mij dus eigenlijk verheugen… Vanaf dat ik in het vliegtuig terug naar België zat, was het helder: ik moest het doen. Een aanhoudende, zachte helderheid, die niet adequaat in argumenten omgezet kan worden. Maar als ik het toch onder woorden probeer te brengen, was ik er erg aan toe om mijn kennis en kunde te kunnen gebruiken; dat kwam in Leuven maar half uit de verf. Gesprekken met medebroeders, goede vrienden, en de regionaal overste volgden, en mijn persoonlijke helderheid werd steeds meer bevestigd en gedeeld.
Waarom ik dat een mooi verhaal vind? Ten eerste, ik ben zielsgelukkig dat er zoiets is als een stem die, als ik het stil maak, in mijn ziel fluistert. Tijdens gebed, een avondwandeling, de afwas, gitaarspelen… In dit geval: “Zou je het misschien toch niet overwegen?”, “Is die verwarring eigenlijk geen goed teken?”, en “Ik zou het doen, echt waar, ik zou het doen.” Als het gaat om de goede weg vinden, sta ik er blijkbaar niet alleen voor. Gods wijsheid, de Geest van inzicht, stuurt mee en stuurt bij. Een tweede zegen is dat er dan mensen zijn met wie ik daarover in gesprek kan zijn. Ik sprak met zeker twintig mensen die luisterden, vroegen, bevestigden. Opnieuw: wat een zegen.
Het zijn de eerste dagen van de nieuwe paus. Sommigen hopen dat hij de helderheid van de leer herstelt. Anderen dat hij de pastorale en synodale lijn voortzet. Mijn sympathie ligt bij dat laatste. Maar vooral hoop ik dat hij de zegen kent van Gods wijsheid die hem in de ziel fluistert. Dan hoef je de goede weg niet te weten, want dan word je vanzelf bijgestuurd. Ook door vrienden. Wat een zegen als je zo paus kunt zijn – en dat geldt ook voor ons.