Wauthier de Mahieu SJ mediteert op de rol van de Heilige Geest ofwel “een andere helper” zoals Jezus hem noemt. Hoe werkt die Geest?
“Een andere helper”, zo kondigt Jezus, in het evangelie van Johannes, én de komst én de functie van de Geest aan (Jo 14:16). Het woord ‘andere’ laat verstaan dat Jezus ook zichzelf als een ‘helper’ beschouwt; maar als een helper die vervangen moet worden, en dan toch vervangen door -laat ons zeggen- een wezen waarvan de functie in het verlengde zal liggen van zijn eigen bijdrage aan deze wereld. Waarom dan dat vervangen? Ook dat laat Jezus horen wanneer Hij van die andere helper specifiërend zegt “die voor altijd bij u zal blijven.” Jezus beseft inderdaad dat zijn concreet doorleefde menswording gevangen blijft binnen de wetten van de materie, en dus gebonden is aan tijd en ruimte. Wat Hij kon doen was derhalve noodzakelijkerwijze beperkt. Het is die beperking, en op de eerste plaats de tijdslimieten ervan, die de Geest zal doorbreken.
Dit doorbreken doet de Geest in twee richtingen: het verleden en, langs het ‘nu’ om, de toekomst. Naar het verleden toe zal de Geest “jullie alles laten begrijpen wat Ik jullie gezegd heb” (Jo 14:26). De laatste referentiepunten blijven inderdaad Jezus en, doorheen Hem, de Vader : “Wat Hij jullie zal meedelen komt van Mij. Alles wat de Vader heeft, is ook van Mij; daarom mag ik zeggen dat hetgeen Hij jullie zal meedelen van Mij komt” (Jo 16:14-15).
Ons open houden voor de waarheid
De boodschap blijft dezelfde; het is het begrijpen ervan dat kan, en ook zal moeten veranderen. En het is op dat vlak (‘jullie alles laten begrijpen’), dat de Geest zijn voornaamste taak heeft. Deze taak wordt vervuld in het ‘nu’, en schept tegelijk een openheid naar de toekomst. Daarin heeft zij als ultieme doel ons open te houden voor de waarheid. Daarom precies wordt de Geest op verschillende plaatsen waar Johannes het over Hem heeft, de ‘Geest der waarheid’ genoemd (Jo 14:17, 15:26, 16:13). Jezus’ voornaamste uitspraak in die zin is wellicht : “Hij zal jullie leidsman zijn naar de volle waarheid.” (Jo 16:13).
Met deze laatste woorden geeft Johannes duidelijk te kennen dat hij zich de waarheid niet voorstelt als een statisch iets, zoals een geijkte fysische formule dit doet om een of ander element uit de natuur weer te geven (water = H2O). Wel is het zo dat men deze benaderingswijze ook in een bepaalde vorm van theologie zocht toe te passen. Zo is men God gaan definiëren als ‘primum ens movens immobile’, ‘het eerste wezen dat, zelf onbewogen, alles in beweging brengt’, of zocht men de aanwezigheid van Jezus in het eucharistisch brood als geloofspunt aanvaardbaar te maken op basis van de term ‘transsubstantiatie’, een term die zijn wortels heeft in de filosofie van Aristoteles.
Neen; voor zover de waarheid mag gezien worden niet als een opgedrongen iets, maar als een overeenkomst tussen enerzijds het percipiëren van iets en ons denken erover, en anderzijds de objectieve realiteit zelf, blijft zij dynamisch en dus ook veranderlijk. Dit juist omdat én de realiteit én ons denken erover dat eveneens onophoudelijk zullen blijven, ook al mag en zal de blik op deze overeenkomst dikwijls een collectieve dimensie aannemen. Dat maakt van de volle waarheid een eindpunt dat nooit bereikt zal worden, en van de Geest een kracht in ons die nooit zal stilvallen, tenminste als wij Hem zijn werk laten doen.
Denken wij daar verder over na, dan plaatst deze gegevenheid ons voor een dubbele manier van gelovig in het leven te staan Ons geloof kan erin bestaan met een pak vaste waarheden onder de arm het leven in te stappen, geloofspunten die ons meegegeven werden en die ons, voor zover we ons eraan vasthouden, een gevoel veiligheid verzekeren. Wij zijn overtuigd dat wij het bij het rechte einde houden, als er maar niet te zeer aan die waarheden getornd wordt. God is Vader, Zoon en Geest, de Zoon werd zonder tussenkomst van een vader, door een maagd ter wereld gebracht; Hij heeft ons zeven sacramenten nagelaten, die ons Gods genade verzekeren op de cruciale momenten van het leven, en ga zo maar verder. Waar dit op uitkomt is dat het een erg statische vorm van geloven is en blijft. En het kan dit ook blijven, gewoon omdat deze geloofspunten meestal weinig te maken hebben met ons concreet leven van elke dag in de wereld van vandaag, en met de vragen die wij ons daarbij stellen.
De Geest van een progressieve en gezamnelijke groei naar de volle waarheid
Gaat het wel om dergelijke vragen dan staan wij terug voor wat wij daarnet als de essentie van de waarheid erkenden. Ons geloof komt dan in dialoog te staan met het concrete leven, en de manier waarop wij daarin de juiste weg zoeken. We laten ons daarbij leiden door de Geest van God die ons helpt onze kleingeestige en egocentrische standpunten te overstijgen, en die, omdat Hij de Geest is van de éne God, de mensen ook naar elkaar toe helpt in hun zoeken en in de standpunten die ze innemen. De Geest van een progressieve en gezamenlijke groei naar de volle waarheid.
Foto door Michael Kroul via Unsplash