Wandelaars van “Ons Kloosterpad” kloppen ook aan bij het huis van Jan Peters. Hij woont in een van de 50 (voormalige) kloosters in Noord-Brabant waarlangs deze wandelroute loopt. Het jaar 2021 was een feestelijk jaar voor het Brabants kloosterleven.
Vier eeuwenoude kloosters vierden een belangrijk jubileum: de zusters Clarissen vestigden zich 300 jaar geleden in Megen, de Norbertinessen in Oosterhout bestonden 750 jaar, de Norbertijnen in Heeswijk vierden het negende eeuwfeest van hun orde en het oudste doorlopend bewoonde klooster van Nederland, van de Kruisheren in Sint Agatha, is 650 jaar geleden gesticht.
Dit toevallig samenvallen vormde voor het provinciebestuur de aanleiding om 2021 uit te roepen tot het jaar van het ‘Brabants Kloosterleven’. Al lang te voren werd met de kloosters overlegd hoe dit jubileum vorm te geven. Creatieve plannen werden ontwikkeld om de plaats van deze (en andere) kloosters in de Brabantse maatschappij te versterken. Maar dat was nog vóór de pandemie. Verschillende plannen losten op in de Covid-mist, andere werden kleinschaliger of werden uitgesteld. De feestelijke opening van het Kloosterjaar door koning Willem-Alexander stond hiervoor symbool: een lege kloosterkapel met een paar sprekers en een internetverbinding met het paleis.
Speciale edities verschenen, zelfs recent nog een van de straatkrant “Sammy” in Den Bosch
Toch bleek er nog wel te vieren, al was het bescheiden maar die bescheidenheid siert traditioneel de vier betrokken kloosterordes.
De publiciteit was goed geregeld: de provincie opende een website (www.brabantskloosterleven.nl) waar de geschiedenis, actualiteit en de programmering hun plaats kregen. De regionale (en in iets mindere mate ook de landelijke) media gaven volop ruimte aan de kloosters en hun bewoonsters en bewoners. Speciale edities verschenen van tijdschriften, zelfs recent nog een van de straatkrant “Sammy” in Den Bosch. Al gebeurde er minder dan gehoopt, de publiciteit mocht er zijn.
Een drietal initiatieven die uit dit kloosterjaar zijn voortgekomen wil ik hier toch wel vermelden.
Op de eerste plaats “Ons Kloosterpad”, een wandelroute langs 50 (voormalige) kloosters in Noord-Brabant, 330 kilometer lang met onderweg op enkele plekken ook overnachtingsmogelijkheden en de mogelijkheid sommige gebouwen te bezoeken. Het liep zo goed, dat het begeleidende (attractieve en inspirerende) boekje snel was uitverkocht. De reacties van de wandelaars (ze komen ook hier bij mij, bij het voormalige klooster Soeterbeeck, langs) zijn enthousiast. Ze zijn vaak verrast door de diversiteit van de gebouwen en natuurlijk ook door de mooie Brabantse natuur. Dit initiatief kan wel eens een blijvertje worden.
Het klooster in Sint Agatha, bij Cuijk (www.kloostersintagatha.nl), had dit jaar een breed gedocumenteerde tentoonstelling over de geschiedenis en spiritualiteit van de Kruisheren, verluchtigd met historische documenten en kunstvoorwerpen. Dit jaar stond ook de historische kloostertuin in het centrum van de belangstelling.
De enige kloosterbibliotheek in Nederland die ononderbroken bestaat vanaf de Middeleeuwen
Een afzonderlijke tentoonstelling met betrekking tot de boekcultuur van de Kruisheren moest vanwege de pandemie tot volgend jaar worden uitgesteld: een gelukkige bijkomstigheid omdat deze tentoonstelling (open van april tot oktober) een bezoek zeker waard is. De bibliotheek van Sint Agatha is de enige kloosterbibliotheek in Nederland die ononderbroken is blijven bestaan vanaf de late Middeleeuwen, met de artistieke boekbanden van Edgard Claes uit onze eigen tijd.
Tenslotte is er het museum voor religieuze kunst in Uden (bij het klooster van de zusters Birgitinessen www.museumkrona.nl). Hier is een boeiende tentoonstelling ingericht onder de intrigerende titel “Vrijheid en verwarring”. Deze uitdrukking verwijst naar de zestiger jaren van de vorige eeuw, waarin naar aanleiding van het Tweede Vaticaanse Concilie veel veranderde binnen het traditionele kloosterleven. Deze grote omwenteling en ook de gevolgen ervan voor de traditionele missionering door vele Nederlandse religieuzen, vormt de thematiek voor deze tentoonstelling.
In teksten en foto’s wordt getoond hoe de uiterlijke vormen van het religieuze leven razendsnel werden aangepast, en dit tegen de achtergrond van de politiek-maatschappelijke en de kerkelijke ontwikkelingen in die periode. Een verhelderend beeld voor wie dit decennium niet bewust heeft meegemaakt.
Een zuster die zelf die jaren in het klooster heeft meebeleefd en die samen met mij de tentoonstelling bezocht, zei na afloop “Toch mis ik iets. Je ziet hier heel goed de buitenkant, hoe de ontwikkeling in ons kloosterleven naar buiten zichtbaar werd, maar wat ik toch mis is de binnenkant: hoe hebben wij als religieuzen deze ontwikkelingen ervaren en ook mee gedragen”. Ze had gelijk; wellicht een goede hint voor een volgende tentoonstelling over deze roerige, maar ook inspirerende periode. Of voor een volgende viering van het Brabants Kloosterleven.