‘Het koninkrijk van God is als een mosterdzaad.’ Een beschouwing over de groei en bloei van het christendom.
Toen Jezus zijn parabel over het mosterdzaad uitsprak, was die bedoeld als een voorspelling en een belofte. Toen Marcus deze parabel neerschreef, zo ongeveer veertig jaren later, was die nog altijd bedoeld als een voorspelling, maar ook als een constatering, als een feit.
Het koninkrijk Gods, met andere woorden: de gemeenschap van de gelovigen, was gegroeid van een onopvallend begin tot een beweging die de onrust kon wekken van zowel de joodse leiders als van de Romeinse heersers. Van Jezus zelf werd in de geschiedschrijving van zijn tijd geen melding gemaakt, op één enkele uitzondering na (die van Flavius Josephus). Had men iets anders kunnen verwachten? Van de latere Jezusbeweging wordt daarentegen al vroeg melding gemaakt. Zij kon rekenen op de belangstelling (en op het wantrouwen) van de toenmalige overheden. Marcus was getuige geweest van haar eerste bloei, maar kon allicht niet vermoeden dat het christendom enkele eeuwen later de dominante religie zou worden in het Romeinse Rijk.
Wat heeft aan de basis gelegen van de groeikracht van dat vroege christendom? Geschiedkundigen wijzen op een aantal gunstige omstandigheden. Het christelijke geloof kon niet rekenen op de steun van de Romeinse overheid, dat weten we. Het kon evenmin rekenen op de sympathie van het doorsnee van de bevolking. Het huldigde immers strengere zeden dan de omringende heidense wereld. Het was een tegencultuur die slechts bij minderheden op steun kon rekenen.
Het genoot ook de steun van nogal wat vrouwen en slaven
Toch genoot het de steun van sommige joodse kringen. Het genoot ook de steun van nogal wat vrouwen en slaven die in de christelijke gemeenschap meer erkenning vonden dan in de samenleving daarbuiten. Het genoot de steun van enkele intellectuelen die de verwarring en de onzedelijkheid van de heidense godenwereld afstotend vonden. En, niet te vergeten, in de christelijke gemeenschap heerste een solidariteit, of noem het naastenliefde, tussen arm en rijk, tussen zieken en gezonden, tussen heren en slaven die de verwondering en de bewondering wekten van vele buitenstaanders.
Over het algemeen waren de omstandigheden dus gunstig voor de verspreiding van de christelijke boodschap. Niettemin is die verspreiding slechts traag in zijn werk gegaan. Er waren geen massale bekeringen. Er waren veeleer individuele bekeringen die volgden op contacten van mens tot mens. Dat wijst erop dat de goede boodschap doorgaans pas goed overkwam als de verkondiger van het woord ook een persoonlijke getuige was van het woord. Dat kunnen we lezen in de brieven van Paulus. Zijn overtuigingen waren geloofwaardig omdat hij de moed van zijn overtuigingen had. Maar er is meer dan dat. Wij mogen de eerste generaties van christenen niet idealiseren. De meesten van hen waren geen helden en geen heiligen. Men kon toen even veel kritiek spuien op de kerkgemeenschap als nu het geval is. Niettemin is hun beweging blijven groeien.
Zo herinnert Petrus ons eraan dat in ieder van een geestelijk leven kan groeien
In het evangelie van Johannes wordt verhaald hoe vele volgelingen van Jezus reeds tijdens zijn leven afhaakten. Hij klonk te veeleisend. Jezus heeft toen aan zijn apostelen gevraagd of ook zij wilden afhaken. Waarop Petrus antwoordde: “Heer, waarheen zouden wij gaan? Gij alleen hebt woorden van eeuwig leven.” Zo herinnert Petrus ons eraan dat in ieder van een geestelijk leven kan groeien en dat het een onvoorstelbare groeikracht ontleent aan de woorden van Jezus.
De omstandigheden voor de groei en bloei van onze geloofsgemeenschap kunnen soms meezitten en soms tegenzitten. Dat is wat de geschiedkundigen ontdekken. De groeikracht van het Rijk Gods is echter grotendeels te danken aan de woorden van eeuwig leven die wij van Jezus vernemen. Dat is wat de gelovigen weten. In onze geloofsgemeenschap en in ons eigen geestelijk leven kunnen ze tot bloei komen als de tijd rijp is. Wie zegde nu weer dat niets zo onweerstaanbaar is als een visie, een geloof, waarvan de tijd gekomen is?