Iedereen loopt in het leven schade op. Niet zo mooi misschien, maar het is net hoe je ermee omgaat. Je kunt ze bijvoorbeeld gebruiken om jezelf te verbeteren.
Wat is dat toch, dat dit jaar een heleboel mensen in februari ineens als op commando kozen voor een maand van soberheid, zodat er uit het collectieve bewustzijn zoiets als een beweging ontstond? Daar speelde toch wat anders dan de jaarlijkse schoonmaakdrift die in vroegere tijden klassieke huisvrouwen verenigde.
Je aandeel aan die schade erkennen, en zo mogelijk restitueren
Misschien ging het hier om een bewustzijn, dat binnen de kerk al eeuwenlang in het voorjaar een rol speelt: de vastentijd als een tijd van inkeer en bezinning, van werken aan jezelf. Voor een deel was de bedoeling daarvan ook wel een beetje een soort gezondheidskuur voor je lichaam, maar tegelijk een kuur voor je hele persoon: tot jezelf komen, de verflaag en het vuil moest er eindelijk eens afgeschuurd worden, zodat de echte mens zoals die door God bedoeld was, kans kreeg zichtbaar te worden. Vasten als een tijd niet alleen van inkeer maar ook van nieuwe geboorte.
Een proces waarnaar de mens van nu blijkbaar ook behoefte heeft. Inclusief de bereidheid iets te doen aan de schade die je in het leven hebt opgelopen; schade die je zelf hebt veroorzaakt, aan je eigen persoon en onvermijdelijk ook aan je omgeving. Schuld bekennen dus ook: je aandeel aan die schade erkennen, en zo mogelijk restitueren.
Schuld bekennen, een zwaar woord. Koning David deed dat letterlijk in zijn gebed, Psalm 51, toen hij zich eindelijk bewust werd van wat hij had aangericht: ‘Ik zie het kwaad dat ik gesticht heb, overal zie ik het om mij heen’. Wie beseft dat hij/zij ergens zwaar schuldig aan is, kan de woorden van David nabidden.
Er is ook nog een andere psalmtekst, die niet spreekt van schuld maar van verborgen zonden: Psalm 19 filosofeert en bidt: ‘Wie kan al zijn fouten kennen? Spreek mij vrij van verborgen zonden.’ Wordt dit gezegd door een scrupuleus iemand die lijdt aan dwangmatige schuldgevoelens? Ik denk het niet. Maar je mag het bidden als je iemand bent die probeert eerlijk na te denken over de vraag ‘Wie ben ik eigenlijk?’. Als je jezelf afvraagt welke krachten er in je binnenste hebben gespeeld waardoor je gedrag zich ontwikkelde in een richting die je niet zelf wilde. Dat is immers mogelijk: schuldig zijn aan iets waar je je niet van bewust bent.
C.G. Jung heeft over dit probleem veel geschreven. Hij vond er een term voor: schaduw. Alles wat in mijn karakter is vast gaan zitten aan overtuigingen en littekens, dat alles zorgde ervoor dat er een scheef zelfbeeld en een scheef wereldbeeld ontstond, maar zonder dat ik me daar van bewust was. Alsof er een schaduw over mijn bewustzijn is komen te hangen. Maar mijn handelen wordt er wel door aangestuurd, ook in een richting die ik niet bedoel. Je verantwoordelijkheid erkennen – ook voor onbekende consequenties van je handelen – kan tot een bewuste keuze worden. Vanaf dat ogenblik durf je te leven met je ‘schaduw’.
Zo begin je op een nieuwe manier met je karakter om te gaan.
Dat houdt in: accepteren dat je bent die je bent, óók in je schaduwkanten, en er moeite voor doen eerlijker over jezelf te gaan denken, jezelf te corrigeren. Zo begin je op een nieuwe manier met je karakter om te gaan.
Feitelijk is het een bekeringsproces. Voor de vastentijd lijkt zo’n zelfonderzoek een zeer zinvolle taak. Dat kun je bijvoorbeeld doen door je impulsieve en emotionele reacties op je omgeving in de gaten te houden, of door open te staan ook voor de negatieve of pijnlijke feedback die je krijgt, en de gevoelens in de gaten te houden die in je opkomen als er minder sympathieke personen in de buurt zijn – en je de vraag stellen waarom dat zo is.
Zulke oefeningen helpen je jezelf te leren kennen in je vermijdingsgedrag, in je zwakte, in je emotionele reacties. Een groeiende bewustwording helpt je meer verantwoordelijkheid te nemen voor je handelen. Je schaduw onderkennen en aanvaarden lijkt een zwaktebod te zijn, zoals de verloren zoon, wanneer die aan zijn eigen vroegere huisdeur klopt en alleen maar zegt: ‘Dit ben ik dus. Sorry’. Maar voor hem was dit wel het begin van een heel nieuwe relatie met zijn vader. In je gebed zou je kunnen vragen om inzicht, om de kracht je eigen drijfveren te doorzien, en zo innerlijk een vrijere mens te worden.
Iemand heeft ooit over God gezegd, dat God in Zijn relatie met de mens nooit de kant van het ego kiest, maar altijd de kant van de schaduw. Psalm 121 zegt daarover: ‘De Heer is je bewaarder, de Heer is de schaduw aan je rechterhand’. Rechts, dat is je goede kant, de kant van de zegen. Een hoopvolle en troostende gedachte.