Er bestaat een gespannen stilte en er zijn verveelde stiltes, zinloze en zinvolle stiltes. Een zoektocht naar een raadselachtig fenomeen.
Het blijft een wonderlijke ervaring: Je reist in een goed gevulde trein. Overal om je heen, ja bijna niemand uitgezonderd, zijn mensen bezig met hun smartphone, laptop of met een ‘eenvoudige’ gsm. Ze zijn aan het chatten, twitteren, verzenden een WhatsApp of een emailbericht. Een enkeling zit met de ogen dicht, een koptelefoon op, naar muziek te luisteren.
Er is een uiterlijke en een innerlijke stilte
In de trein zelf is het opmerkelijk stil. Al die mensen, bezig met een vorm van communicatie, zijn onderling precies daardoor van elkaar afgezonderd, geïsoleerd bijna. In een luchtbel van stilte, zijn ze alles behalve stil gevallen. En als de communicatie even dreigt te stokken, wordt met een paar aanrakingen van het scherm het volgende contact gelegd. Alsof men bang is ‘nergens’ meer te zijn, als er niet een of andere vorm van communicatie is. Alsof er een angst is voor de ‘echte’ stilte.
Maar wat is dan die ‘echte’ stilte? Er is een uiterlijke en een innerlijke stilte. Als de uiterlijke stilte niet brengt tot innerlijke stilte of uitdrukking daarvan is, kan zij gemakkelijk tot een kramp of een obsessie worden. Daar kun je zelfs bijna gek van worden en het kan ook onnatuurlijk aandoen. Stilte kan geladen of dreigend worden, bedreigend ook en spanning veroorzakend.
Uiterlijke stilte die niet verder komt dan niet spreken is eigenlijk doelloos en vruchteloos. Niets zeggen uit angst of uit verveling; zwijgen omdat je niets weet te zeggen; niet kunnen spreken omdat je door eenzaamheid geblokkeerd bent; je mond houden uit schaamte of trots, gemakzucht of verachting; of een ijzig stilzwijgen zonder meer.
Er zijn ook andere vormen van stilzwijgen die wel vruchtbaar zijn, omdat ze ruimte scheppen en zelfs leven schenken, omdat ze de weg vrij maken voor een innerlijke stilte. Dat is de stilte waarom het eigenlijk gaat, die je de ‘echte’ stilte zou kunnen noemen. De uiterlijke stilte kan dienstbaar zijn om de gerichtheid naar buiten om te keren in een gerichtheid naar binnen. Uiterlijke stilte kan het begin zijn van de weg naar binnen, de concentratie van heel de mens op het hart van zijn leven.
De weg naar binnen is er een van vallen en opstaan
In de uiterlijke stilte wordt het mogelijk het stille punt in jezelf te naderen waar vrijheid en vrede te vinden zijn. Uiterlijke stilte moet je ‘maken’; als het om innerlijke stilte gaat ‘word’ je stil, dan ga je binnen in een stilte die niet alleen van jou is. Die stilte is niet vijandig of leeg. Zij is gevuld en geeft leven. Het is de stilte die ons weer open maakt en ons fijngevoelig maakt voor de weg die voor ons ligt.
De weg naar binnen, van uiterlijke naar innerlijke stilte, is niet zo vanzelfsprekend in ons leefklimaat. Begonnen met het stilzwijgen is een volgende stap niet te antwoorden op prikkels van buiten. Want die blijven komen. Reageren wij daarop ongeremd, dan blijft het gesprek met de ons omringende wereld gaande en is bijvoorbeeld onze nieuwsgierigheid nog lang niet tot zwijgen gebracht. Pas als die laag van innerlijke rust er is, kan ook de volgende ontstaan: het stil worden van ons verstand, van onze aandacht die overal heen gaat, van onze intuïtie ook en onze zorgen.
Die stilte is weer een diepere en maakt innerlijk nog meer vrij. Dan pas komt er een stilte in ons die het mogelijk maakt om te luisteren naar wat er diep in ons leeft. Dat kan nu tot spreken komen. Afstand van de bijkomstigheden van het leven schept zo nabijheid aan het hart van het leven, ons diepste zelf. Deze weg van steeds dieper stil worden is gemakkelijker en sneller beschreven dan gegaan. Het is een weg van vallen en opstaan. En toch is het de enige weg naar binnen.
De innerlijke stilte is nodig om God te vinden. Hij openbaart zich niet in een geweldige storm of een aardbeving of een vuur, maar in het suizen van een zachte bries, het suizen van een zachte stilte. De stilte gaat dan een heel eigen taal spreken. Het is de plek waar God kan spreken. In de stilte kan zijn woord worden verstaan, zijn leven midden onder ons worden gezien. In de stilte kan God gevonden worden. Of eerder nog, doordat wij ‘echt’ stil worden gaan wij een weg waarop God ons tegemoet komt. Wij vinden Hem niet, maar in onze stilte die de zijne is, worden wij gevonden.