Wie was Bernardus van Clairvaux? Abt en mysticus, maar ook waakhond van de kerk. Een mystieke preek van Ben Frie SJ over deze kerkleraar.
Wat maak je je druk? Wat zijt ge ontrust in mij?, schrijft de psalmist in psalm 42/43. Als je God eenmaal ontmoet hebt en je de rust kent die Hij in je schept, wat maak je je dan nog druk?
Het liefst was Bernardus van Clairvaux (1090-1153) een in die rust verzonken monnik, terwijl zijn leven eerder het tegendeel laat zien: een en al onrust, vrees en conflict, altijd onderweg. Toch kan innerlijke rust je vergezellen. Het is iets wat je kunt meenemen op reis en in je drukte. Het is niet aan plaats en niet aan tijd gebonden. De Eeuwige deelt zich buiten de zinnen aan mensen mee.
Wie is dat, die het hart wist te raken van monnik en leek, van kerk en samenleving? Gedreven communicerend trok hij door de Latijnse christenheid, honderden brieven en toespraken dicterend, traktaten in een prachtig meeslepende, bijbeldoorspekte taal, versierd met alle retorische raffinessen die steeds die ene grote zorg omcirkelden: hoe kunnen wij zo leven, dat wij toch de hemel verwerven? Het tekende hem, het tekende zijn tijd: de angst voor de vernietigende kracht voor de zonde. Ja toch, op één plek had je een goede kans op redding, daar waar hij als drieëntwintigjarige was ingetreden: de abdij van Clairvaux.
Wat leert Bernardus? Jouw eigen ervaring van God geeft de doorslag als het om geloven gaat
Maar hij was er weinig. Hij werd er voortdurend weggehaald door diezelfde ongedurigheid die wij kennen, steeds dat streven naar wat allemaal nog moet om gered of gelukkig te worden. Hij kende het allemaal: armoedebeweging en kruistocht, pauselijk schisma en adellijke vetes, scholastiek en mystiek, liefdespoëzie en oorlogspropaganda. Pausen vroegen zijn raad, koningen dreigde hij, filosofen bestreed hij, ordestichters waren zijn vrienden. Petrus Abaelardus was in zijn generatie een progressief denker, maar Bernardus was genadeloos in zijn afwijzing van wat vervreemden kon van de liefde van God.
Tijdens de zwangerschap heeft zijn moeder Adelheid een droom: zij voelde een blaffende hond in haar lichaam. Ja, Bernardus zal blaffen en bijten, een echte waakhond voor de kerk. Hij schudt wakker, is onverzettelijk, verlegen eigenlijk, maar onstuitbaar. Zijn inzet voor het welzijn en het zielenheil van elke mens op zijn pad maakt hem consciëntieus, maar soms zo gedreven dat hij hardnekkig wordt en gelijkhebberig. Velen noemden hem lang voor zijn dood al een heilige, maar er waren er ook die hem vervloekten.
De kus van de geliefde verstaat hij als het binnenstromen van de Heilige Geest.
Bewogen is Bernardus het meest als hij mag werken met het bijbelse Hooglied. Achttien jaar werkt hij aan een commentaar, maar hij komt niet verder dan drie van de acht hoofdstukken. Voor hem is het Hooglied de liefdesdialoog bij uitstek tussen bruidegom en bruid, God en de ziel. De kus van de geliefde verstaat hij als het binnenstromen van de Heilige Geest, waardoor de ziel in de omarming de geheimen doorgrondt van de Eeuwige Waarheid. In zijn tijd was deze abt groots en ontroerend in staat je over je grenzen heen te tillen en je beschouwende gebed een onverwachte dynamiek te geven. Het stroomt in je binnen, tot je eigen verbazing, geen leer, geen dogma maar mystiek: “Ontzagwekkend is deze plaats!” (Gen. 28, 16), God is hier en ik mag het me bewust zijn.
Wat leert deze kerkleraar? Je mag God voelen. Jouw eigen ervaring van God geeft de doorslag als het om geloven gaat, jouw eigen ervaring van de liefde van God. Het hoogtepunt van die liefde zal de volledige vereniging zijn van je ziel met God, als het ware vooruitlopend op de volledige liefde in de hemel. Dat kun je nu beleven; wat maak je je dan druk?