De gedaanteverandering van Jezus op de berg. Elia en Mozes verschijnen ten tonele. Wat moet je met deze scène aanvangen? Henk Witte biedt een verrassende ingang.
De gedaanteverandering van Jezus, het verhaal is bekend. Petrus, Jakobus en Johannes mochten met Jezus mee. Een hoge berg op. Daar waren ze helemaal alleen. ‘Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn kleren gingen helder wit glanzen, zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou krijgen.’ Elia en Mozes zien zij ten tonele verschijnen. Net wanneer Petrus gezegd heeft dat ze hier wel willen blijven, overschaduwt een wolk hen, klinkt de stem over de geliefde zoon, en is er niets meer te zien, behalve Jezus naast hen. Terug naar beneden is het enige wat hen nog rest.
In de duiding van deze perikoop gaat de aandacht meestal naar Jezus. Hij veranderde van gedaante. De apostelen vangen een glimp op van zijn gestalte in volle glans. Even zien zij wie hij werkelijk is. De realiteit van lijden en dood is er echter ook. Die wacht beneden, onderaan de berg.
Daarom vraag ik me af wie er eigenlijk verandert, daar boven op die berg.
Men kan de perikoop over de gedaanteverandering lezen als antwoord op twee vragen aan het eind van het hoofdstuk dat eraan voorafgaat. ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’ vraagt Jezus daar aan zijn leerlingen (Mc. 8,27). En even verder: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ Petrus denkt het te weten: ‘U bent de Messias’ (Mc 8,29). Wat hier nog belijdenis is, zal even verder zien worden.
Daarom vraag ik me af wie er eigenlijk verandert, daar boven op die berg. Jezus of de drie leerlingen die met hem meegingen? Is het niet hun staat van bewustzijn die daar verandert? De condities zijn ernaar: een hoge berg op, helemaal alleen, weg van het gewoel beneden. ‘Voor hun ogen veranderde hij van gedaante.’ Staat hier dat er iets vlak voor hen plaatsvindt? Of dat er iets gebeurt met hun ogen, met hun vermogen om te zien, hun bewustzijn? Wie verandert er eigenlijk?
Of dat er iets gebeurt met hun ogen, met hun vermogen om te zien, hun bewustzijn?
Zo’n ervaring vasthouden, dat gaat niet. Beneden wacht. De realiteit van alledag met zijn zorgen en gedoe, met vreugde en verdriet, met ook de realiteit van onrechtvaardigheid, lijden en dood. Ook als die gaandeweg doorleefd en aanvaard wordt, verandert ons bewustzijn wellicht langzaamaan en merken we hoezeer alles glanst.
Prof.dr. Henk Witte is emeritus bijzonder hoogleraar aan de Tilburg School of Catholic Theology. Hij bekleedde daar de Xaverius-leerstoel voor theologie en spiritualiteit vanuit ignatiaans perspectief.