Tranen, leegte, huiselijk geweld, geldzorgen, schrijnende eenzaamheid: de coronacrisis confronteert ons met onze kwetsbaarheid. Of is het een openbaring van onze kwetsbaarheid, vraagt Jos zich voorzichtig af.
Wat corona precies betekent, weet ik niet, maar het heeft wel duidelijk gemaakt hoe kwetsbaar we zijn. Onze lichamen, ons zorgsysteem, onze economie: alles blijkt kwetsbaar. Moeders en vaders zijn gevoelig voor frustratie en uitputting, en alleengaanden en ouderen eigenlijk net zo. Werkgevers gaan failliet, werknemers worden werkloos.
Het is een scherpe kwetsbaarheid, zonder zachte kleuren en dromerige muziek. Ze prikt, steekt en verwondt. Er gaan echt mensen dood. Er is huiselijk geweld. Er zijn geldzorgen. Er is eenzaamheid. Als ontkennen niet meer werkt (we hebben het even geprobeerd), zoeken we houvast bij zondebokken. De overheid is te streng, klinkt het. Diezelfde overheid moet ons ook redden, trouwens. In feite zijn het maar doekjes voor het bloeden. Deze kwetsbaarheid kan uiteindelijk niet verholpen worden.
Een verhaal ook met zonneschijn, trouwens.
Mag je zeggen dat corona ons onze kwetsbaarheid geopenbaard heeft, vraag ik me even af. Of is dat te religieuze taal? Corona doorprikt in ieder geval het sprookje van onze onkwetsbaarheid. De coronacrisis vertelt ons een heel ander verhaal. Ik zal het maar geen evangelie noemen, dat is te opgewekt. Het is een verhaal van tranen en leegte en allerlei zorgen. Van eenzaamheid of juist een overdaad aan gezelschap. Een verhaal ook met zonneschijn, trouwens. Hulp vragen en hulp geven. Rekening houden met elkaar. Steunen op elkaar. En soms weer grote wolken voor de zon.
Hoe je daar het beste mee omgaat? Een gouden recept is er niet. Maar het zou al heel wat zijn om onze kwetsbaarheid te erkennen.
Alles liever dan ons in onze kwetsbaarheid laten kennen
Het doet me denken aan de ziekenzalving (of ziekenzegen). De kerk biedt aan onze broosheid en kwetsbaarheid te omringen met gebed, zalf en medemenselijke aandacht. Niet om te genezen, maar om te erkennen en om liefdevol en gelovig te omringen. Maar we stellen dat vaak zo lang mogelijk uit, tot het ineens snel moet, want moeder of vader ligt nu op sterven. Alles liever dan ons in onze kwetsbaarheid laten kennen – en dan daarin gedragen worden.
Kwetsbaar zijn, dat valt ons niet gemakkelijk.