Wie zorgt voor de zielen van duizenden ouderen die thuis worstelen met levensvragen? Een nieuw plan maakt miljoenen vrij om geestelijk verzorgers aan te stellen.
Waar kunnen thuiswonende ouderen terecht die willen praten over levensvragen? Artsen kunnen doorverwijzen naar psychosociale hulpverleners, maar daar is iemand die worstelt met existentiële vragen niet altijd mee geholpen. Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) heeft daarom miljoenen uitgetrokken om in de komende jaren 200 geestelijk verzorgers aan te stellen. Joep van de Geer heeft de opdracht gekregen na te denken over een goede structuur voor deze zorgvraag over levensvragen, zingeving en spiritualiteit.
‘Vanuit zorgperspectief is er voor deze groep geen financiering. Geestelijke verzorging is ook niet opgenomen in de zorgverzekeringswet. Ziekenhuizen en zorginstellingen hebben de taak om op it vlak in de behoefte van hun patiënten te voorzien. In principe hebben ze daar budget voor, maar een bestuur kiest hoeveel ruimte ze voor geestelijke verzorging willen maken. Afgelopen jaren hebben we gezien dat juist op deze post bezuinigd is.’
‘Dat er buiten de zorginstellingen geen mogelijkheid was om geestelijke begeleiding aan te bieden, is lange tijd ervaring als een hiaat. Een geestelijk verzorger die in het ziekenhuis iemand begeleidde kon daar bijvoorbeeld in de thuissituatie niet mee doorgaan. Er was grote behoefte aan een transmurale oplossing. Die kan er nu komen omdat de minister tot 2020 tien miljoen euro per jaar beschikbaar stelt en vanaf 2021 ieder jaar vijf miljoen euro.’
‘Dat hebben we nooit kunnen aantonen. Maar sla de krant open en je ziet dat het op allerlei plekken gaat over zingeving. Huisartsen die zeggen dat ze veel patiënten krijgen die niet geholpen zijn met een pilletje. Die signaleren dat een probleem dieper zit, maar alleen kunnen doorverwijzen naar psychologen, psychiaters en maatschappelijk werkers. Veel patiënten hebben echter geen stoornis of iets dergelijks. Die willen gewoon met iemand kunnen praten over levensvragen die opborrelen in een crisis of bij het ouder worden.’
De concrete invulling zal nog wel even op zich laten wachten
‘Doordat ouderen langer thuis wonen, creëren we ook meer eenzaamheid onder ouderen. Thuiszorgmedewerkers komen dat veel tegen. Die willen bijvoorbeeld even wat langer blijven of terugkomen, omdat iemands kleindochter net is overleden. De behoefte aan geestelijke zorg wordt breed gesignaleerd, maar harde cijfers hebben we nog niet. Met het geld van de minister kunnen we beter in kaart brengen wat de vraag is. Maar ook wat het aanbod is. Hoeveel geestelijk verzorger zijn inzetbaar? Overigens gaat het de minister op termijn niet alleen om patiënten of ouderen, maar om alle groepen die geestelijke verzorging nodig kunnen hebben.’
‘Er moet een goede structuur komen. Zowel voor de kant van de zorgverleners als voor de ouderen. Een arts, verpleegkundige, maatschappelijk werker, welzijnscoach of thuiszorgmedewerker moet getraind worden om levensvragen te signaleren en daar zelf op gepaste wijze te kunnen reageren. Maar ook om te herkennen wanneer iemand hierin vastloopt en een geestelijk verzorger nodig is. En ouderen die niet naar een arts gaan voor klachten, maar wel behoefte hebben aan een goed gesprek over de vragen waarmee ze zitten, moeten deze professionals makkelijk weten te vinden. Dat wordt een uitdaging.’
‘Hoe indicatie moet verlopen, hoe facturering zal gaan, aan welke criteria geestelijk verzorgers moeten voldoen om een vergoeding te krijgen… de minister heeft pas begin oktober de brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin hij uitlegt waarom er komende jaren miljoenen beschikbaar zijn voor deze groep. De concrete invulling zal nog wel even op zich laten wachten, maar vóór 1 januari willen we de richting duidelijk kunnen aangeven aan alle betrokkenen.’