Aandachtig luisteren naar Bachs adventscantate – met deze zes luistersleutels van musicoloog Jan Christiaens daalt u af in de muziek en komt u tot gebed.
Ten tijde van Johann Sebastian Bach ging het er in een lutherse eredienst ongeveer zo aan toe: na de evangelielezing volgde een muzikale overweging die makkelijk een half uur kon duren. Daarna pas volgde een woordelijke toelichting op de Bijbellezing. Met dank aan Maarten Luther. Die wist: wil het evangeliewoord iets betekenen in het leven van de gelovigen, dan moet het indalen in het hart. En hoe kan dit beter gebeuren dan door middel van muziek?
Muziek maakt een hart van steen weer week en aanspreekbaar. Muziek werkt op het terrein van onze affectiviteit – daar waar we gevoelig zijn voor al wat goed, waar, mooi en heilig is. Waar wij innerlijk bewegen, zou dat niet ook het speelveld zijn van Gods omgang met ons? Als dat zo is, dan zou muziek een belangrijke speler zijn. Die zet ons immers innerlijk in beweging, beroert ons, spreekt ons aan en nodigt uit tot respons.
Wil het evangeliewoord iets betekenen in het leven van de gelovigen, dan moet het indalen in het hart.
Daarom deze uitnodiging om in de laatste dagen voor Kerstmis op weg te gaan met deze adventscantate van Bach: Nun komm, der Heiden Heiland (BWV 61). De tekst is geschreven door de lutherse predikant Erdmann Neumeister en gaat over de intocht van Jezus in Jeruzalem (Mt 21,1-9). ‘Gezegend de Komende, in de naam des Heren’, jubelen de omstanders wanneer Jezus op een ezeltje Jeruzalem binnenrijdt.
Maar Neumeister ging het vooral om een andere intocht. Zoals Jezus eens als Messias Jeruzalem introk, zo wil Hij nu als Verlosser bij ons zijn intrek nemen. Cantate 61 gaat over de innerlijke Advent. In een traject van zes etappes – de zes deeltjes van deze cantate – wil de muziek ons tot geloofsinstemming brengen.
‘Gezegend de Komende, in de naam des Heren’, jubelen de omstanders wanneer Jezus op een ezeltje Jeruzalem binnenrijdt.
Daarom stel ik voor tot Kerst dagelijks één keer naar deze cantate van ongeveer een kwartier te luisteren (hier vindt u tekst en vertaling). De volgende zes luistersleutels kunnen helpen om van de beluistering een geestelijke oefening te maken.
1. Het openingskoor is gebouwd op het stevige fundament van de adventshymne ‘Nun komm, der Heiden Heiland’. Kom nu toch, Verlosser van alle volkeren. Het koor is spreekbuis van het universele verlangen naar bevrijding. De muziek is getoonzet in de stijl van de Franse ouverture, die traditioneel de plechtige intrede van een koning begeleidde. Een koning, ja, maar dan gezeten op een ezeltje…
2. Het recitatief voor tenor reflecteert op de geboorte van de Heiland. Ooit heeft Hij ons ‘armzalige vlees en bloed aangenomen, en ons tot Zijn bloedverwanten gemaakt’. De zanglijn van de tenor en de instrumentale begeleiding zit vol melodieën die van boven neerdalen. Ze maken aanschouwelijk hoe God is afgedaald, en ons mens-zijn heeft aangenomen.
3. Wat ooit is gebeurd, staat ook nu te gebeuren. ‘Kom, Jezus, kom tot uw Kerk’, zo klinkt het in de aria voor tenor. De lieflijk wiegende maatsoort ademt een en al vertrouwelijkheid. Hier wordt geen onbereikbare koning aangeroepen, maar een nabije Heer. Veertien keer klinkt het woord ‘kom’.
4. Het gebed wordt meteen verhoord, en wel op een onverwachte wijze. Jezus komt zelf aan het woord, in een kort recitatief voor de basstem. Hij spreekt woorden uit het boek Openbaring: ‘Zie, ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur open doet, dan zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem houden en hij met Mij’ (Openbaring 3,20).
5. ‘Open je, heel mijn hart, Jezus komt en neemt er zijn intrek.’ De gelovige ziel (sopraan) spoort zichzelf aan het hart te openen en Jezus binnen te laten. De hoge tonen op ‘Jezus’ werpen een heldere lichtstraal op heel deze aria.
6. ‘Amen, amen! Kom, o schone vreugdekroon, wacht niet langer! U verwacht ik vol verlangen.’ Bach reikt ons woorden aan om onze instemming te betuigen. De feestelijke muziek zet de morgenster als een helder licht aan de hemel.