
Bert Daelemans schept vertrouwensruimtes voor studenten waar ze kunnen prevelen over wezenlijke dingen. Tijdens een zomercursus in Madrid brengt dat een Amerikaanse ingenieursstudente ineens tot een diep inzicht.
De mooiste momenten komen onverwacht. Onvoorbereid. In de maanden juni en juli gaf ik in Madrid een zomercursus over de wereldgodsdiensten aan Amerikaanse ingenieursstudenten. ´s Maandags om acht uur ´s morgens was niemand van ons goed wakker, maar tegen elf uur kwamen de tongen dan toch los en was er wat meer inbreng en discussie. Na een korte video van de Vietnamese zenmeester Thich Nhat Hanh over het nirvana suggereerde het algoritme andere video’s zoals “How to walk” en “How to stop running”.
Spiritualiteit beoogt om niet gehaast overal voorbij te lopen maar in het hier en nu te leven
Een student stak zijn hand op. En natuurlijk, zoals dat vaak gaat, ging hij niet in op de bijzonder interessante video maar op het feit dat het algoritme een link legde naar lichamelijke oefeningen als wandelen en hardlopen. Ik dankte hem voor zijn opmerking en antwoordde dat dit in mijn ogen helemaal geen contrast was: spiritualiteit beoogt om niet gehaast overal voorbij te lopen maar in het hier en nu te leven. Met andere woorden, te leren wandelen op het ritme van je hart, je ademhaling, de natuur. Niet overal heen hollen en jezelf eigenlijk voorbijlopen. Dit is het zoveelste voorbeeld van hoe het wezenlijke zo vervlochten en verbonden is met het lichamelijke en met het vinden van het juiste (bio-)ritme.
Op een andere dag bracht ik hen naar een tentoonstelling van de Spaanse kunstenaar Jaume Plensa, die in harde materialen en dankzij het lichamelijke een aantrekkelijke (nood aan en beleving van) innerlijkheid, stilte en diepgang weet uit te drukken. Achteraf las ik hun ervaringen. Eén student stond stil bij een gebroken alabaster beeld en vroeg zich af of het leven van de afgebeelde, gebeeldhouwde jongedame dankzij die (ervaring van) gebrokenheid nu eigenlijk rijker en vollediger was.
Die paradox kunnen benoemen als je twintig bent, dat is een wonder. Daar getuigen van te mogen zijn, is het mooiste geschenk dat ik mij kan indenken. Daarvoor een vertrouwensruimte te mogen scheppen, voor die dialoog, die ontmoeting in de diepte, dat zoeken naar woorden en naar zin, dat prevelen over wezenlijke dingen waarvoor er zelden tijd en ruimte wordt gemaakt in de huiskamer, in de stad, in de universiteit of in de media, dat brengt inderdaad niet onmiddellijk geld op of prestige, maar het draagt wel een klein steentje of steuntje bij in de groei van mensen met een hart van goud.
Beeld: Bert Daelemans