Peter van Gool ziet een pasgeboren baby vol vertrouwen de wereld in kijken. Hij verwondert zich over dit kwetsbare oerinstinct van de mens.
Zes weken oud was de baby. Ik had het geluk te gast te zijn bij een grootmoeder die haar kleinkind een dag in huis had. Juist toen ik even in de buurt van de baby was, waren de sporen van een glimlach te zien. Het leek een eerste poging tot contact, alsof ze wilde vertellen: ‘Ik voel me veilig bij jullie’.
Instinctief leeft in zo’n nieuw mensenkind het vertrouwen dat alle gestalten om haar heen er zijn omwille van haarzelf. De omstanders bieden haar betrouwbaarheid door aanwezig te zijn via hun stem en hun mimiek. Dit kind reageerde daarop vanuit een oerinstinct, een oervertrouwen. Het meldde zich door op haar beurt te glimlachen. Zo leek het voor mij tenminste op dat ogenblik te werken.
Dit kind reageerde daarop vanuit een oerinstinct, een oervertrouwen.
Ik keek hoe de moeder voorzichtig haar kind uit de Maxi-Cosi tilde. Ik zag hoe zij in de toekomst samen met haar man alle moeite zouden doen om die oeraanleg van argeloos vertrouwen in hun kind te beschermen en tot ontwikkeling te brengen.
Het is onmogelijk en verkeerd een kind te willen beschermen tegen ervaringen van teleurstelling, pijn en conflict. Er zal ook in het leven van dit meisje heel wat geruzied, gevochten en gepest worden. Ervaringen die leren onderscheiden of iemand haar vertrouwen waard is. Natuurlijk, ouders zullen hun best blijven doen te zorgen dat hun kind haar zelfvertrouwen niet verliest. Want naast een gezond en realistisch wantrouwen, zal ook vertrouwen levenslang een thema blijven. Vertrouwen dat haar gegeven wordt èn vertrouwen dat ze zelf aan anderen schenkt.
Het is te hopen dat zij niet teleurgesteld raakt en vastloopt, in schoolsystemen waarin prestaties benadrukt worden.
Deze baby zal hoogstwaarschijnlijk voldoende ruimte èn bescherming van haar ouders krijgen. Het is te hopen dat zij niet teleurgesteld raakt en vastloopt, in schoolsystemen waarin prestaties benadrukt worden door het voortdurend meten van resultaten. Of waarin leerlingen enkel voorbereid worden op de noden en behoeften van het bedrijfsleven, met als gevolg dat voor algemene vorming te weinig ruimte overblijft.
Als dit meisje in de toekomst aan het werk gaat, zal zij waarschijnlijk geconfronteerd worden met overmatige controle van de prestaties van werknemers. Met checklisten, kwaliteitsbewaking, functioneringsgesprekken. Met controle die niet uitgaat van vertrouwen, maar van wantrouwen.
Laten we hopen dat dit kind straks alle ruimte krijgt om haar talenten te ontwikkelen. Daar is wel een klimaat van vertrouwen voor nodig. Want zonder vertrouwen kan haar eigen intuïtie, creativiteit en initiatief niet openbloeien.
Daar tekent hij God als een ouderfiguur die vertrouwen blijft investeren in beide kinderen.
In haar oervertrouwen draagt dit kleine kind de kiem mee van een latere religieuze levenshouding. Die haar zal kunnen helpen op God te vertrouwen, ook in slechte tijden. Een dergelijke religieuze levenshouding is in onze tijd niet vanzelfsprekend. Steeds meer mensen hebben er moeite mee God nog krediet te geven. Ze spreken bijvoorbeeld over Auschwitz, waarvoor ze Hem ter verantwoording roepen. Zij voelen zich verraden en hebben hun vertrouwen opgezegd, hun geloof verloren.
Maar er zijn nog mensen die op God blijven vertrouwen. Dat komt niet vanzelf, het wordt geschonken. Tegelijk moet je daar ook zelf voor kiezen. Een keuze die moed vraagt. En zelfvertrouwen.
Mocht dit kleine meisje straks de moed hebben te kiezen om vol vertrouwen het leven in te gaan, dan zal ze ook ervaren dat dit vertrouwen een geschenk uit de hemel is. Mocht zij als volwassene vertrouwd zijn met de Bijbel, dan zal ze steun vinden in het godsbeeld dat Jezus geeft in het verhaal van de verloren zoon. Daar tekent hij God als een ouderfiguur die vertrouwen blijft investeren in beide kinderen. Hij blijft ze de ruimte geven die ze argeloos opeisen. Ook het gesprek met de oudste zoon blijft open.
Mocht zij als volwassene vertrouwd zijn met de Bijbel, dan zal ze steun vinden in het godsbeeld dat Jezus geeft in het verhaal van de verloren zoon.
Mensen met zo’n godsbeeld zullen God niet verantwoordelijk stellen voor de puinhoop die wij van de wereld maken. Het oervertrouwen van de start van hun leven is tenslotte de basis van hun geloof geworden. Het zijn die mensen die in grote trouw zich beschikbaar stellen voor een betere wereld.