Palmzondag wat is dat ook alweer voor een feest? Marc De la Marche SJ spreekt over vreugde, hoop, kracht en dankbaarheid. Maar het wordt ook angstig stil die dag.
File! Stop. Wachten. Wat verveeld kijk ik voor me uit.
‘Palmfuif’ lees ik op het achterraam van de wagen voor mij. “Een fuif onder de palmen?”, vraag ik me verwonderd af, “waar vind je hier nu palmen?” Tot ik plots besef: “Neen! Palmzondag natuurlijk! Het gaat om een fuif op Palmzondag!” Ik word er wat triestig bij. Wat een mager restantje van een rijke religieuze en gelovige traditie en beleving. Een ‘palmfuif”!
Palmzondag! Wat roept het woord voor jou op, beste lezer? Welke geur en kleur heeft het voor jou? Ik vrees dat het voor velen heel dikwijls een vreemd woord is geworden. Iets wat misschien nog wat te maken heeft met paasvakantie en met het begin van de lente? Maar met veel meer niet. Of voor sommigen toch nog een herinnering aan het palmtakje voor onder het kruis in de woonkamer? En voor kerkgangers: het bijna-einde van de veertigdagentijd, en het begin van de Goede Week?
Palmzondag is zo belangrijk voor het pijnlijke van wat volgen zal
Palmzondag! Mensen, wat een gebeuren! Heel ons leven in één kernverhaal. Als christenen op die zondag in een kerk samenkomen, roepen ze onmiddellijk, van bij het begin van hun samenkomst, de herinnering op aan een heel merkwaardig en frappant gebeuren in het leven van Jezus en zijn gezellen. Ze willen het nooit vergeten. Ze willen het zelfs als het ware opnieuw beleven. Omdat het zo belangrijk is voor het pijnlijke van wat volgen zal. En omdat het ondanks alles met dat pijnlijke één geheel vormt. Ook in ons mensenleven.
Waarover gaat het? Jezus is samen met zijn gezellen en een grote groep mensen op weg naar Jeruzalem. Ze zullen er samen met duizenden pelgrims het Pesachfeest vieren. Ze zijn op weg naar de heilige stad. Naar de Sionsberg. Naar Gods heilige tempel! Ze zingen bedevaartspsalmen. Samen. Al stappend. Vol verwachting. En ze naderen de stad. Met vreugdevolle spanning. Maar diep in het hart van zijn meest intieme en trouwe gezellen ook met enige gespannen onrust. Wat zal er in de stad met Hem gebeuren? Hij heeft daarover op bepaalde momenten vreemde dingen gezegd. Iets over lijden en verworpen worden. Over overgeleverd worden aan de gehate bezetter, de Romeinen. Over dood en… wat zei Hij ook weer?… verrijzenis.
Maar dan, ho! eindelijk! vanop de Olijfberg, zien ze plots de stad liggen. En de tempel! Wat een vreugde. Twee van zijn gezellen halen op Jezus’ vraag in het nabije dorp, snel en zonder enige moeilijkheid, een ezelsveulen. Ze leggen hun mantel op het dier en Jezus gaat erop zitten. Ze dalen de Olijfberg af en de hele troep begint vol vreugde en met luide stem God te prijzen om alle wonderdaden die ze hebben gezien. “Gezegend”, roepen ze, “Hij die komt als koning, in de naam van de Heer. Vrede in de hemel en eer aan de allerhoogste.” Ze breken twijgen (palmtakken?) van de bomen en leggen ze samen met hun mantels voor hem op de weg (als een rode loper!). Een feestelijke zingende enthousiaste groep. Hosanna! Het wordt een blijde intocht in Jeruzalem! Van die man van vrede. Van die ‘koning’. Zo uniek: Hij zit niet fier op een mooi wit of zwart paard, maar zo gewoon op een ezelsveulen! Hosanna, de zoon van David! En kinderen lopen er dansend en zingend rond.
En in hun zondagse samenkomst op Palmzondag nemen christenen groene palmtakken, en stappen naar voor in de kerk, en zingen: “Voor kleine mensen is Hij bereikbaar. Hij geeft hoop aan rechtenlozen. Hij zal opkomen voor de misdeelden…” Vreugde. Hoop. Kracht. Dankbaarheid. Even nog.
Het groene palmtakje herinnert aan de vreugde van zijn intocht in Jeruzalem
Maar dan wordt het stil op die ‘palmendag’. Want het feest slaat om in een onbegrijpelijk, afschuwelijk drama. Deze koning van de vrede, deze heerlijke mens, zal men gruwelijk aan het kruis slaan, verraden door een van zijn beste vrienden, verkocht voor een handvol zilver, door iedereen in de steek gelaten, vals beschuldigd, veroordeeld, bespuwd, bespot, geslagen, ontkleed, gegeseld, gefolterd… verbonden met het lot en het leed van miljoenen en miljoenen onschuldige kinderen, mannen en vrouwen, overal ter wereld en in alle tijden.
En na hun samenkomst gaan christenen naar huis. Ze nemen hun groene palmtakje mee, herinnering aan de vreugde van zijn intocht in Jeruzalem, en ze hechten het vast aan het kruisbeeld van die unieke man Jezus. Stil gaan ze de Goede Week in… langs Witte Donderdag en Goede Vrijdag, naar… Pasen! Nieuw leven. Toekomst. Het hart van een mensenleven. Echte diepe en krachtige vreugde.
Een ‘palmfuif’: mijn God, hoe pover!