Bezinning is steeds meer iets voor de vrije tijd – na het werk, na het pensioen. Wat gaat daarmee verloren? En wat kan een christelijke spiritualiteit daar tegenover stellen? Enkele inzichten en ervaringen vanuit het Amsterdamse Ignatiushuis.
Mindfulness en yoga zullen de hits worden in 2015, zo lees je in de media. Onder het motto van een gezonde geest in een gezond lichaam. Is ook de inmiddels traditionele Maand van de Spiritualiteit geen indicatie van een verlangen naar stilstaan bij het diepere?
Er waren tijden dat het dagelijkse leven doorweven was met momenten van verstilling
Toch vertaalt een behoefte aan bezinning zich niet in een menigte die de deuren van onze bezinningscentra platloopt. De retraites lijken een curiosum geworden. Iets dat zelfs spannende reality-tv kan opleveren met een stel BN’ers op zoek naar God in de stilte. Daar hebben een paar honderdduizend kijkers naar gekeken. Bij een deel raakte het aan een eigen verlangen en zoektocht. Bij een ander gedeelte stond de week in het klooster op eenzelfde niveau als een overlevingstocht op een onbewoond eiland, mijlenver weg.
Er waren tijden dat het dagelijkse leven doorweven was met momenten en plekken waarop de mens herinnerd werd aan het ‘fluisteren’ van God: in klokgelui van de religieuze plaatsen, bij de talloze religieuze feesten die zich door de jaarkalender heen regen. Daarmee lagen bezinning, leven en werken op een natuurlijke wijze dicht bij elkaar. Een tijd die ik zelf niet heb meegemaakt… Hoewel het religieuze op nieuwe manieren op ons afkomt, met mensen uit andere landen en culturen, die ons, geseculariseerde mensen, verwonderen, bevragen, angstig maken.
Wat ik wel zie: bezinning is in onze spiritualiteitscentra iets voor buiten het werk geworden. Voor de vrije tijd, voor na het pensioen. De deelnemers zijn vaak mensen van rijpere leeftijd, die na hun pensioen zich de tijd gunnen om aan bezinning te doen.
Daar is op zich niets mis mee. Toch dreigt daarmee de bezinning naar de vrije tijd verbannen te worden en niet meer verbonden met de andere levensdomeinen als school en werk. Dat is jammer, want bezinning kan de mens toch in al de segmenten van het leven verrijken? Iedere christelijke spiritualiteit wil de hele mens raken in zijn betrokkenheid op zijn omgeving. Daar lag ook de grote kracht van Ignatius en de eerste generatie jezuïeten die een eigen vorm ontwikkelden in de ignatiaanse spiritualiteit.
Ignatiaanse spiritualiteit laat zich niet opsluiten achter muren van kerken of bezinningscentra
Het eigene van die spiritualiteit is: God zoeken in alle dingen. Ze geloofden dat God zich te kennen geeft aan iedere persoon, in de Bijbel, in de stilte van het gebed, maar ook in de bedrijvigheid van het leven. Het komt er dan op aan een innerlijke antenne te hebben om deze God in het gewone op het spoor te komen. Dat is het eigene van de ignatiaanse spiritualiteit: de beweging van God onderscheiden in het gewone van je leven. Je daarin laten leiden in je grotere en kleinere keuzes. Daarvoor had Ignatius ‘geestelijke oefeningen’ ontwikkeld. Om mensen te helpen bij het onderscheiden van God in het gewone leven.
Ignatiaanse spiritualiteit is er een van onderscheiding en kiezen in het gewone leven, vanuit een diep geraakt zijn door God en Christus. Die laat zich niet opsluiten achter muren van kerken of bezinningscentra of terugdringen tot de vrijetijdssector of een bepaalde leeftijdsgroep.
In die traditie gaf de provinciaal overste van de jezuïeten, pater Johan Verschueren, aan het Ignatiushuis in Amsterdam de opdracht: zet de spiritualiteit midden in het leven van mensen. Ontwikkel een aanbod van ignatiaanse spiritualiteit dat zinzoekers kan inspireren in leven en in werken.
In het afgelopen jaar hebben we deze opdracht vertaald in een aanbod dat laagdrempelig is, binnen onze ignatiaanse traditie, dat bovenlokaal is, maar ook met aandacht voor lokale toepassing en uitwerking. Wat inhoud en vorm betreft willen we aansluiten bij waar mensen zijn, ook rekening houden met de diversiteit waarin mensen leven. We beperken ons niet tot een locatie met een vooraf uitgewerkt cursusaanbod, maar zoeken een bezinningsaanbod dat als het ware de straat op gaat via internet en andere nieuwe media. Dat zijn de nieuwe straten waar we de mensen van nu ontmoeten.
Ook de eerste generatie jezuïeten ging al de straat op met toegepaste vormen van geestelijke oefeningen
In de advent hebben we bijvoorbeeld een digitale retraite aangeboden met dagelijks een Bijbeltekst en gebedssuggesties. Daarbij hebben we ook de vorming van uitwisselgroepen gestimuleerd en daarvoor concrete vormen aanbevolen. Tot onze verwondering en vreugde waren er meer dan vijftig groepen die ergens in Nederland en Vlaanderen bijeenkwamen. In de huidige vastentijd is weer een soortgelijke online retraite gestart, zie: www.ignatiaansbidden.org.
Het Ignatiushuis staat hiermee in een eeuwenoude traditie: ook de eerste generatie jezuïeten ging al de straat op met toegepaste vormen van geestelijke oefeningen. Op pleinen of in kerken werd gepreekt en geloofsvorming gegeven. In persoonlijke gesprekken werd wat men gehoord had verder verdiept. In verschillende praktische oefeningen werden tips meegegeven voor bezinning in het dagelijkse leven. En tegelijk vormden ze groepen van mensen die regelmatig bij elkaar kwamen voor verdere vorming en uitwisseling. De straten en pleinen zijn veranderd, de diepste inspiratie blijft.