Leent een vertrouwelijk gesprek met een geestelijk leidsman zich voor reality-tv? Ja, zegt Nikolaas Sintobin, begeleider in het EO-programma Op zoek naar God.
In de aanloop naar de reality-serie Op zoek naar God van de EO heb ik me meerdere malen de volgende vraag gesteld: is het ethisch verantwoord om de beslotenheid van de begeleidingskamer open te stellen voor de camera en dus voor honderdduizenden televisiekijkers?
Ieder die vertrouwd is met geestelijke literatuur weet dat autobiografische geschriften hier behoren tot de toppers
Wie vertrouwd is met de praktijk van de Geestelijke Oefeningen of, ruimer, met geestelijke begeleiding, weet dat het begeleidingsgesprek traditioneel afgeschermd wordt met dezelfde geheimhoudingsplicht als het biechtgesprek. Absoluut dus. Hebben de begeleiders van dit programma hier dan op grove wijze tegen gezondigd?
Ik meen van niet. Meer nog, ik denk dat wij heel goede, in de traditie gegronde, redenen hadden om op deze vraag in te gaan. Ieder die vertrouwd is met geestelijke literatuur weet dat autobiografische geschriften hier behoren tot de toppers. Denk maar aan Theresia van Lisieux, Etty Hillesum en, heel recent, Moeder Theresa van Calcutta. In deze documenten mag je getuige zijn van soms heel intieme details uit het innerlijk leven van de – weliswaar voor publicatie overleden – auteur.
Maar ook van nog levende geloofsgetuigen was en is dit niet ongebruikelijk. Denk maar aan de furore die de heel persoonlijke geestelijke brieven van de Franse jezuïeten-missionarissen bij de Canadese indianen in de 17de eeuw veroorzaakt hebben, of recenter, aan de boeken van Henri Nouwen. Nog ruimer gesteld, leert de ervaring van het (christelijk) vormingswerk dat het geven van voorbeelden uit de eigen persoonlijke spirituele ervaring een heel andere impact kan hebben en een andere kwaliteit van geloofwaardigheid biedt aan het discours dan een meer vrijblijvend want algemeen, theoretisch verhaal.
Deelnemer Lieke van Lexmond in gesprek met begeleider Nikolaas Sintobin. Afbeelding boven: begeleidingsgesprek met Sanne Vogel.
Van oudsher heeft het expliciete persoonlijk geloofsgetuigenis een belangrijke plaats ingenomen in het leven van de christengemeenschappen, in uiteenlopende vormen. Uit de vroege christenheid kennen we de martelaars. Augustinus creëerde een nieuw literair genre door als eerste in de geschiedenis van de wereldliteratuur een (geestelijke) autobiografie te schrijven. Door de eeuwen heen werden christenen door hun begeleiders of oversten uitgenodigd om het verhaal van hun geestelijk leven voor het nageslacht vast te leggen. Enzovoort.
Ja maar, zou je kunnen opmerken, het geschreven woord kan je wikken en wegen. Die ruimte heb je niet voor de televisiecamera’s. Een terechte bedenking. Om die reden was met de makers van de reality-tv dan ook uitdrukkelijk overeengekomen dat zowel de retraitanten als de begeleiders het recht hadden om bepaalde beelden te weren. Een eenvoudig verzoek daartoe volstond. Deze afspraak is strikt nagekomen.
Onze huidige communicatiemiddelen en -cultuur bieden nieuwe technieken en mogelijkheden voor geloofsgetuigenis. Het is zinvol en wenselijk om hier creatief mee om te gaan en om nieuwe wegen te durven bewandelen. Net zoals de oude paus Benedictus XVI het ongehoorde initiatief genomen heeft om via Twitter een korte geloofsboodschap naar de pc of de smartphone van miljoenen mensen te sturen.
De omvang en de impact van de communicatierevolutie zijn immens
Het nieuwe literaire genre van de reality-tv hoeft heus niet noodzakelijkerwijze aanleiding te geven tot spiritueel exhibitionisme of voyeurisme. In vroegere tijden lazen heel wat ‘gewone’ mensen heiligenlevens en luisterden ze in de wekelijkse viering naar hun parochiepriesters. Dit gebeurt nog steeds. Gelukkig maar. Maar de meeste mensen wensen thans te lezen en, meer nog, te kijken naar hun gelijken op het kleine scherm. Toegegeven, het ‘maatverschil’ tussen de genoemde grote namen uit de grote traditie en de gemiddelde deelnemer aan reality-tv is bijna ondraaglijk. Maar de omvang en de impact van de communicatie- en cultuurrevolutie die we momenteel meemaken zijn minstens even immens.
De uitdaging voor christenen is om in te gaan op de uitdaging van de ‘inculturatie’ van de Blijde Boodschap binnen deze context. Op zoek naar God is hierbij, meen ik te mogen zeggen, een geslaagde poging.
De laatste aflevering van ‘Op zoek naar God’ is te zien op 24 februari om 21:55 uur op Ned. 3. Meer informatie: http://www.eo.nl/tv/zoektgod/.