Spreken over de heilige Geest, hoe doe je dat op een waarachtige manier? Een meditatie van Ben Frie.
“Wij hebben niet eens gehoord dat er een heilige Geest bestaat.” Het is een wat merkwaardig aandoend antwoord van geloofsleerlingen die Paulus aantreft in Efese als hij vraagt: “Hebt gij de heilige Geest ontvangen toen ge het geloof hebt aangenomen?” Het blijken leerlingen van Johannes, die hen wel had gezegd dat ze moesten geloven in Wie na hem kwam, maar dat dat Jezus was bleek hun toch ontgaan te zijn. Alsof dat verder heel eenvoudig is, krijgen ze meteen de Geest: ze spraken in talen en profeteerden.
De lezingen uit de Schrift in deze dagen brengen nogal eens de heilige Geest ter sprake, soms alsof het gesneden koek is en soms alsof het mysterie dat eromheen hangt alleen maar groter wordt. Het is een van de drie goddelijke personen – de hemelse Vader, de mensgeworden Zoon en de door hen gezonden heilige Geest vormen samen de drie-eenheid, die we verdedigen tegen opponenten die zeggen dat christenen aan veelgodendom doen. Maar nee: één doopsel, één belijdenis, één Geest. Eén heilige.
Klopt dit wel, gaat het goed met die mens?
Al sinds de herdenking en de viering van de verrijzenis – ons belangrijkste geloofsartikel – vergezelt ons de inspanning die we ons moeten getroosten om ons ingewikkelde geloof een existentiële werkelijkheid te laten worden, een ervaring. Wij hebben dan wel gehoord dat er een heilige Geest bestaat, maar als iemand in onze nabijheid ‘in talen gaat spreken en gaat profeteren’ dan worden we minstens argwanend: klopt dit wel, gaat het goed met die mens?
Wat is de heilige Geest, welke effecten heeft diens komst en hoe waarachtig is het spreken erover? Het wordt alleen concreet als we bij onze eigen ervaring blijven, want daarin gaat de Geest schuil. Wie de diepte kan peilen van het eigen innerlijk leven, kan de Geest gewaar worden als een bron van energie, leven gevend en het echte criterium: er komt liefde vrij, het hart opent zich en waagt toenadering. Er is vrede. Dat is steeds wat Jezus belooft: dat wij vrede zouden hebben in Hem.
Geen hoogte vrezen en tot verbluffende dingen in staat raken.
Geloof geeft pas leven als we ons de inspanning getroosten om ons innerlijk leven te blijven peilen: wat voedt mij, wat geeft inspiratie, nieuwe energie. Waar zie ik nieuw leven, in mij en mijn naasten? We komen dat alleen op het spoor door luisterend in het leven te staan, onderzoekend en de diepte gewaar wordend van het hart en de ziel van ons bestaan. Leven met de heilige Geest is acrobatisch: risico nemen, op het koord blijven staan, geen hoogte vrezen en tot verbluffende dingen in staat raken.
Het zal altijd een geheim blijven. Wij kunnen God niet kennen, de heilige Geest evenmin. Ons bereiken echter getuigenissen van innerlijke bewegingen die loskomen als de Geest ter sprake komt en zich toont door wat er ontbrandt. Mensen gaan zich anders gedragen, de zelfzucht wordt opgelost en er is toenadering, vreugde, heel de schepping opent zich. Spreken in talen, profeteren: wij worden helderziend, overstijgen onze vermogens en komen in een omverwerpende wereld.
Afbeelding: Edward Hopper, Cape Cod Morning.