Hier zien we enkel maar Maria
gebogen over haar dode zoon.
Geen opgepoetste Piëta,
keurig netjes geposeerd
voor onze deftige meditatie.
Nee, een moeder
volledig overgegeven aan haar mensenverdriet.
Nu ligt Maria leeggelopen,
leeggegoten over haar dode zoon.
Zij gaat op Hem liggen,
als om Hem dat laatste beetje warmte te geven.
Vooroverbogen,
voorovergebukt,
opengeplooid,
opengebloeid,
opengebloed
als om zich te vereenzelvigen met haar Zoon.
Durf je liefde met je lichaam te zeggen.
Zij durft zich over te geven
in een zuivere boog van liefde.
Zij wordt één met die lijn,
met dat laatste Woord van God.
Maria staat dat Woord niet in de weg,
maar laat die spreken,
wordt Zijn luidspreker,
om het de wereld rond te bazuinen.
Magnificat.
Maria drukt zich volledig op hem,
met zachte druk,
een laatste afdruk,
om Hem goed in haar hart te prenten.
De kus van haar lichaam.
Aanraken mag hier.
Dit is een statie van pure intieme nabijheid.
Dit is haar manier om los te laten.
Liefkozend houdt zij haar hand in een kommetje,
als om de wonde te stelpen,
zoals daarnet haar hand zachtjes Zijn wang had gestreeld.
Het is de wonde van het hart,
de wonde van de liefde.
Zij ís deze wonde.
Vlees van haar vlees,
gebeente van haar gebeente (Gn 2, 23).
Eigenlijk is deze hele statie één open wonde.
De liefdewonde van God,
geopend en gegeven aan de wereld.
Het is alsof Maria, Moeder van God,
ons zachtjes toefluistert:
Wees toch niet bang van de liefde.
Geef je aan de liefde over,
want God is Liefde.
Tekst en beeld zijn afkomstig uit het boek Via Crucis van Bert Daelemans SJ (overgenomen met toestemming van auteur en uitgever). Meer informatie en bestellen: website uitgeverij Averbode.