Vasten, waar komt dat woord eigenlijk vandaan? Nou, van vasthouden. En dat is eigenlijk een beetje vreemd, want vasten gaat vooral over loslaten.
De veertigdagentijd, voorbereiding op het Paasfeest, noemen we de ‘vasten’. Daarbij denken we aan gedeeltelijke of gehele onthouding van eten en drinken of van andere dingen die ons in hun ban kunnen houden. Op zoek naar waar het woord ‘vasten’ vandaan komt, stootte ik op de verwantschap met ‘vasthouden, in acht nemen’. Blijkbaar heeft vasten te maken met het observeren van voorschriften betreffende de onthouding. Voor mijn gevoel staat dat haaks op wat vasten eigenlijk in ons wil bewerken: juist het loslaten van wat ons vasthoudt.
Moeten loslaten is voor de meesten een pijnlijk gebeuren. We zijn sterker in het vasthouden. ‘Geen oude schoenen weggooien voor je nieuwe hebt. Je weet wat je hebt, je weet niet wat je krijgt.’ Ons spreken is er vol van. We zoeken houvast. Afscheid nemen van het vertrouwde en angst voor het nieuwe is ons aangeboren. Toch moeten we steeds weer in ons leven het vertrouwde loslaten. We moeten afscheid nemen van mensen met wie we intensief geleefd of gewerkt hebben. Je raakt je werk kwijt of je groeit eruit door je leeftijd. De kinderen gaan het huis uit. Je gaat scheiden. Je allerliefste sterft. Het is alsof er een stuk van jezelf sterft. De grond onder je voeten valt weg. Partir c’est mourir un peu.
Afscheid nemen van het vertrouwde en angst voor het nieuwe is ons aangeboren.
Moeten loslaten begint al bij de geboorte van een mens. De moeder moet loslaten. Het kind moet loslaten. De navelstreng moet doorgeknipt worden. Je moet op een gegeven moment je kinderen loslaten. Je niet met alles bemoeien en ze hun eigen leven laten leiden. En dat gaat door tot je dood. Er kan een moment komen dat je je eigen huis moet verlaten. Dingen die je dierbaar zijn kun je niet meenemen. Lichamelijk en geestelijk moet je steeds meer van jezelf loslaten. Je moet steeds meer loslaten totdat je voor je gevoel niets meer over hebt.
Zou de Veertigdagentijd niet een steeds weer terugkerende periode kunnen zijn waarin we attent kunnen worden op iets heel belangrijks: dat het erom gaat mensen en dingen niet alleen maar kwijt te raken, maar ze ook werkelijk los te laten? Dan overkomt het verlies je niet, dan zeg je er ‘ja’ op. Tussen die twee ligt vaak een lang proces, maar dat proces is van levensbelang. Want als je blijft steken in het gevoel van kwijtraken, dan blijf je jezelf slachtoffer voelen.
Niet vast blijven zitten aan wat er niet meer is of wat je niet meer hebt. Dat schept ruimte in jezelf.
Niet los kunnen laten betekent moeizaam verder gaan. Met veel ballast en niet zelden geblokkeerd. Want wie alles vasthoudt en bewaart, of het nu zijn bezittingen of zijn meningen of zijn dierbaren zijn, die raakt erin verstrikt. Loslaten is een levenskunst van de eerste orde. Niet blijven steken in wat je niet meer kunt. Niet vast blijven zitten aan wat er niet meer is of wat je niet meer hebt. Dat schept ruimte in jezelf. De vastentijd lijkt een tijd die ons gegeven wordt om ons daarin te oefenen.
Maar dan nog blijft loslaten een moeilijke, en voor je gevoel soms een onmogelijke opgave. Het blijft een groot geheim dat het nodig is je leven los te laten om tot nieuw leven te komen. Alles in ons sputtert tegen. We kunnen niet zonder houvast. Maar dat houvast vind je alleen, als je de weg van het loslaten vertrouwt. Als je onvoorwaardelijk vertrouwt dat je wordt opgevangen, als je ‘ja’ zegt op je verlies. Als je in gelovig vertrouwen omgaat met je verlies. Het is het geheim van de graankorrel die zich laat vallen in de aarde, omdat hij vertrouwt dat nieuw leven daar begint.
Het is het geheim van de graankorrel die zich laat vallen in de aarde, omdat hij vertrouwt dat nieuw leven daar begint.
Vasten: een tijd om los te laten. Je leven te laten vallen in de handen van de Trouwe. Een tijd om je te oefenen in het oervertrouwen dat het goed is om je over te geven aan het geheim van het leven zelf. Je leven verliezen om het te redden is een levenskunst. Het is geen indrukwekkend gebaar van overgave, maar de kunst om het te laten gebeuren. Het leven stroomt verder. Dat proces van leven – leven loslaten en tot nieuw leven komen – gaat door pijn heen, geboortepijn.
In ons gebeurt wat in alle mensen gebeurt. Het is deel hebben aan het grote mysterie van leven en dood en nieuw leven, dat we met Pasen gaan vieren. De veertigdagentijd wil ons daarop voorbereiden.