IJdelheid, stof, lucht en leegte: de harde lessen van Prediker blijken zeer geschikt voor deze Veertigdagentijd voor Pasen.
Het Bijbelse boek Prediker is de moeite van het lezen waard. Een klein uur lang worden wij toegesproken door iemand die zich ‘prediker’ noemt, of liever: ‘vergaarder’, iemand die met ons en namens ons levensvragen ‘vergaart’ – het prototype dus van de vragende mens.
Gedurende veertig dagen is het nu ‘opruiming’, om tot helderheid te komen
Waarnaar vraagt die vergaarder? Wat is de zin van mijn leven, vraagt hij, wanneer ben ik nog vrij? Mag ik volop genieten van het leven? En de dood, betekent die alleen maar een stille liquidatie? Is mijn leven slechts ijdelheid, dat is, letterlijk vertaald, stof, een pluisje, wat rook, flut, een wasempje op een ruit? Is alle geschiedenis alleen maar herhaling, of zelfs waardeloos?
Dergelijke vragen stellend gebruikt Prediker de zogenoemde ‘deconstructie’: niet de destructie, de vernietiging, maar de opruiming om tot helderheid te komen. Wat opgeruimd wordt, zijn de gebruikelijke Bijbelse thema’s: verbond, Israël, liturgie, aartsvaders, uittocht, geboden, ballingschap, profeten, kortom: grote verhalen. Gedurende veertig dagen is het nu ‘opruiming’, sale, uitverkoop, een winkel met lege vakken… Een harde tijd dus, waarin de oude christen zich afvraagt: hebben wij alles verkeerd gedaan? Waar gaat het met de kerk naartoe? Halen ze alles weg? Deconstructie dus.
Deconstructie is geen sterfhuisconstructie, noch een harde uitverkoop-wegens-opheffing. Het Bijbelboek spreekt ook van genieten! Tot acht keer toe staat er dat je mag, ja moet genieten: van je vrienden, van eten en drinken, van liefdesspel en kleding, van je lichaam, je werk, je rijkdom, je talenten: je leven. De bron van heel diepe vreugde is zelfs dichtbij als je van dat alles profiteert in matigheid en verantwoordelijkheid, en dankbaar. Zorg vooral dat er wat orde komt in je leven, want veel kan verkeerd lopen door onzorgvuldigheid en wanorde. Overdrijf dus niet en werk geordend.
De taal van Prediker is niet alleen koud en resoluut, zij kan heel teder worden, ja poëtisch. Zij spreekt ook van de kwetsbare mens met zijn even bescheiden als belangrijke opdracht. Is het niet God die hem alles geeft opdat hij verder schept, terwijl al die vreugden feitelijk voorbijgaand, flut zijn?
Laten we het er voorlopig op houden dat God ons dit ijle bestaan geeft
Leef in het heden, zonder rancune noch heimwee naar het verleden, vol vertrouwen en zonder vrees naar de toekomst. Dank je Schepper en laat Hem alles plaatsen in zijn, jou onbekende plan. Blijf dankbaar voor het heden, dat Hij je voortdurend gratis geeft.
God zelf is mij vooral onbekend. Prediker spreekt alleen zijn soortnaam uit: Elohim, de godheid, de Hogere. Te vaak is Hij mij beloofd wanneer mijn menselijke ervaringen nog niet aan Hem toekwamen. Laten we het er voorlopig op houden dat Hij ons dat ijle bestaan geeft, de opdracht om daar iets van te maken en de belofte dat het allemaal goed komt.
Een dieper besef zal groeien op het einde van de Veertigdagentijd, wanneer Jezus zelf de vraag durft stellen waarom God Hem heeft verlaten… Als de nood het hoogst is, breekt het moment aan van de reconstructie: de Goede Week.