‘Elkander dragen in geloof’, kent u die frase? Hans van Leeuwen zegt dat de ene gelovige de andere nodig heeft om Gods aanwezigheid in zijn leven op te merken.
Het is niet uitzonderlijk dat mensen begeleiding zoeken of aangeboden krijgen wanneer zij een aangrijpende gebeurtenis meemaken die het ‘gewone’ doorbreekt of als zij iets te verwerken krijgen waarop ze niet waren voorbereid. Vaak zal die begeleiding vooral psychologisch zijn en erop gericht het evenwicht te hervinden en hulp te bieden om het leven te aanvaarden zoals het je gegeven wordt. Mensen hebben elkaar nodig om hun weg door het leven te vinden en te gaan.
Voor wie gelovig door het leven gaat is dat niet anders. In een van onze liederen zingen we de hoop uit dat we ‘elkander dragen in geloof’. Dat is een mooie omschrijving van een vorm van begeleiding die misschien minder bekend is dan de psychologische, maar die ook een hulp kan zijn om de (gelovige) weg door het leven te vinden en te gaan: de geestelijke begeleiding. Wat gebeurt er in die begeleiding?
Mensen hebben elkaar nodig om hun weg door het leven te vinden en te gaan.
Het vertrekpunt, de vraag waarmee iemand komt die geestelijke begeleiding zoekt, kan heel verschillend zijn. Iemand kan ontevreden zijn over zichzelf en over hoe het gaat in zijn leven. Hij voelt dat hij iets zou moeten veranderen, maar weet niet wat en hoe. Maar hij weet wel, dat hij daar alleen niet verder mee komt. Het is nu al een tijd zo en hij wil het er niet bij laten. Het kan natuurlijk ook een crisis zijn waarin iemand terecht is gekomen. Het niet meer zien… Ik had zo gehoopt… Het is allemaal anders gelopen… Waar leef ik naartoe? Heeft het allemaal nog wel zin?
Maar gelukkig even vaak of vaker is het vertrekpunt gewoon een verlangen naar meer, naar dieper. Een verlangen meer innerlijk te leven. God een grotere plaats in je leven te geven. Daar meer consequent naar te leven. Een verlangen om meer of anders te mogen bidden. Of om bevestigd te worden: ben ik zo op de goede weg?
Om samen met degene die je begeleidt bezig te gaan met zulke vragen is een sfeer van vertrouwen nodig, waardoor je je ‘gedragen’ voelt. Je moet er samen in geloven dat het gaat over een dimensie van je leven die ertoe doet. Die belangrijk voor je is. Wat gebeurde er de afgelopen tijd? Wat sprak me aan? Hoe heb ik daarop spontaan gereageerd? Wat heb ik daarna voor mijzelf beslist en gekozen om te doen? Hoe heb ik ‘geantwoord’ op wat mij overkwam?
Niet alles zal zegbaar blijken te zijn. Des te moeilijker is dat naarmate ik met mijzelf geconfronteerd word en ik mezelf tegenkom. Als ik daar niet voor wegloop en het open durf te leggen in het gesprek met een tochtgenoot, kan dat leiden tot een bevrijdende bewustwording. Een ander kan mij helpen om in de voor mijzelf soms verwarde en verwarrende feiten, gedachten, ervaringen en gevoelens, bewegingen te gaan onderscheiden; constanten, een rode draad, een levensdraad en waar die naar verwijst.
Als ik daar niet voor wegloop en het open durf te leggen in het gesprek met een tochtgenoot, kan dat leiden tot een bevrijdende bewustwording.
Die bewegingen zijn misschien de sporen van Gods bezig zijn met jou. De plekken in je leven waar je God op het spoor kunt komen, als je er samen gelovig naar kijkt. Misschien… Geestelijke begeleiding is geen panacee, een oplossing bijvoorbeeld waar alle andere vormen van begeleiding hebben gefaald. Ook hier kun je niets ‘maken’. Het moet je gegeven worden.
Een begeleidende tochtgenoot ‘maakt’ je niet anders. Hij of zij neemt de verantwoordelijkheid voor je leven niet over, neemt niet het stuur in handen. Je blijft zelf verantwoordelijk, maar wordt dat steeds méér – en daardoor word je een krachtiger en gelukkiger mens, wellicht ook in staat om zelf anderen te vergezellen op hun gelovige weg. Op jouw beurt een ander te dragen in geloof.