Streven wij naar controle, of proberen wij ontvankelijk te zijn? Een overweging over twee manieren van in het leven staan.
Twee heel verschillende levenshoudingen neem ik waar in onze samenleving. Ze kunnen niet waterdicht van elkaar gescheiden worden en zijn toch radicaal verschillend.
De ene is gericht op productie en prestatie, de andere zoekt het openbloeien van het leven en de vruchtbaarheid. De eerste levensinstelling wil zoveel mogelijk alles onder controle hebben en beheersen: de andere laat ruimte voor het mysterie, dat we niet in onze greep hebben, maar waaraan we ons moeten toevertrouwen.
Vruchtbaarheid veronderstelt een relatie, bij dieren en planten, maar ook bij mensen. Dat betekent altijd ontvankelijkheid, openstaan voor de ander. Soms moet de prestatie een gebrek aan echte relatie compenseren. Dat is tragisch. Zo is het leven niet bedoeld. En omgekeerd, wie in een authentieke relatie wil leven, moet de prestatiedwang in toom houden om het leven te behoeden.
De prestatiemaatschappij is vaak meedogenloos en laat weinig ruimte voor het onvolkomene
Degene met een vruchtbare houding gaat eerbiedig om met de natuur, terwijl presteerders de neiging hebben om de natuur tot over haar grenzen heen uit te buiten en zo onherstelbare schade toe te brengen aan het milieu. Dat schept een probleem, dat we niet kunnen oplossen als er niet een mentaliteitsverandering plaatsvindt. Deelnemers aan wereldklimaatconferenties worstelen er tot nu toe vergeefs mee.
In de vruchtbaarheid is niet alles perfect. Bij al haar ragfijne en verbazingwekkende doelmatigheid bewaart de natuur toch haar speelsheid en kent ze ook haar malheur. Niet alle bloemen zijn even goed gelukt en niet alle vruchten zijn helemaal gaaf. Er groeit onkruid tussen de tarwe, en Jezus wil ze beide laten groeien tot de oogst komt.
Het kind met downsyndroom zou in de ogen van sommigen nauwelijks nog recht van bestaan hebben
De prestatiemaatschappij is daar vaak meedogenloos en laat weinig ruimte voor het onvolkomene. En dat voert tot steeds onmenselijkere levensinstellingen. Het kind met downsyndroom zou in de ogen van sommigen nauwelijks nog recht van bestaan hebben. En oude, zwakke, hulpbehoevende mensen voelen zich meer en meer als een last voor de maatschappij. Euthanasie is daar niet zo maar een uitkomst, maar kan ook een bedreiging vormen.
Daar tegenover staat die diepe levensinstelling van ontvankelijkheid. Rabindranath Tagore vat die samen in een gedicht:
Neen, het is niet aan u om de knoppen te openen tot bloesems.
Schud de knop, sla hem; het gaat uw macht te boven, hem te doen bloeien.
Uw aanraking bezoedelt hem.
U scheurt zijn blaadjes in stukken en strooit ze in het stof,
Maar er verschijnen geen kleuren en geen geuren.
O! Het is niet aan u de knop te openen tot een bloesem.