Studentenpastor Jos Moons over de kern – en meteen het moeilijkste aspect – van zijn werk: luisteren.
Wat een studentenpastor eigenlijk doet, vraagt men mij soms. Spontaan en wat speels roep ik dan “zo weinig mogelijk”, waarop men mij meestal wat onzeker aankijkt. Zo bijvoorbeeld een nieuwe collega, die net te horen gekregen had wat er jaarlijks allemaal van hem verwacht wordt. En nu riep ik dat ik zo weinig mogelijk deed?
Het werd het begin van een gesprek over luisteren. Want ik haastte me natuurlijk om hem uit te leggen dat ik wel wat deed. Mijn werk bestaat erin om naar studenten te luisteren. Een student maakt vaak heel wat mee, en des te meer een student theologie. Soms zijn studenten God kwijt, of zichzelf, of hun naaste, of dat allemaal. Iemand zoekt naar haar roeping, en iemand anders naar hoe hij kan bidden. Dan praat ik met hen. Beter eigenlijk, ik luister. Luisteren, dat is volgens mij de core business van de studentenpastor.
Eerlijk is eerlijk, echt luisteren valt ons zwaar
Met ‘zo weinig mogelijk doen’ bedoel ik dus: luisteren. Immers, als je luistert doe je in zekere zin zo weinig mogelijk. Je ontvangt het verhaal van de ander. Voor alles laat je het verhaal van de ander staan. Voorlopig vul je het niet met scherpzinnige observaties, verstandige aanvullingen of belangrijke correcties, maar je luistert. Je laat het verhaal van de ander staan. Of misschien iets actiever geformuleerd: je verwelkomt.
Eerlijk is eerlijk, echt luisteren vinden mensen moeilijk. Ik ook. Om het verhaal van een medemens met zijn of haar geluk en moeite ‘alleen maar’ te ontvangen, dat valt ons zwaar. Liever zeggen we dat het wel goed zal komen, want die en die en zus en zo. Of we geven goed advies. Eventueel zelfs goed gelovig advies. Nee, het is niet eenvoudig om niets te doen, en het verhaal zogenaamd ‘gewoon’ te ontvangen.
Dat is jammer. Want er gebeurt zo veel goeds als er ‘alleen maar’ geluisterd wordt. Wie tijd geeft en luistert laat merken dat het verhaal van deze persoon – en daarmee haar of zijn leven – de moeite waard is. Als dat geen evangelie is! Nu niet verkondigd door veel maar door weinig woorden: door te luisteren en te verwelkomen.
Soms denk ik dat dit is wat God doet: ontvangen. Zeker, God heeft ook veel te zeggen. En op een bescheidener schaal heb ik dat als studentenpastor ook; ik help studenten hun ervaringen te verstaan, vaak met behulp van wat jezuïeten onderscheiding der geesten noemen. Maar ‘alleen maar’ ontvangen, dat zou wel eens de diepste laag van God kunnen zijn.
Daarom, en in die zin, doe ik dus zo weinig mogelijk.