Tim van de Veen legde afgelopen jaar zijn eerste geloften af na twee jaar noviciaat. Net voor de jaarwisseling reflecteert hij op zijn oude en zijn nieuwe leven en vraagt zich af of daarin een stukje evangelie zichtbaar wordt.
Iets minder dan vier maanden geleden woonde ik nog in het noviciaat in Birmingham. Inmiddels ben ik verhuisd en is er veel veranderd: van een middelgrote gemeenschap in een rustige buitenwijk woon ik nu in een twee keer zo grote communiteit in het centrum van Parijs.
Het gaat er nu om te groeien in de keuze die ik maakte
Waar het eerst ging om het verdiepen van een roeping en tot een keuze komen, is die keuze inmiddels gemaakt. Nu gaat het erom om daar verder in te groeien. Daarom studeer ik weer en doe ik daarnaast wat jongerenwerk en zet ik mij in voor de gemeenschap waar ik woon.
Ook mijn dagelijks leven ziet er nu anders uit: in het noviciaat werd dat vooral gedirigeerd door een gezamelijk ritme van gebed, van maaltijd, van huishoudelijke taken en spirituele verdieping. Hier in Parijs lijkt mijn leven weer veel meer op voordat ik intrad: ik deel weer zelf mijn eigen dag in en ik ben weer zelf verantwoordelijk voor mijn vorming en ontwikkeling.
Is er eigenlijk wel echt zoveel veranderd?
Onvermijdelijk dringt de vraag zich daarom aan mij op of er wel echt zoveel is veranderd. Ten opzichte van een aantal maanden geleden misschien wel, maar ten opzichte van voor mijn intreden? Wat is er nu eigenlijk echt nieuw?
Uiterlijk zijn er inderdaad best een aantal dingen hetzelfde gebleven (ik doe zelfs mijn boodschappen weer op de fiets!). Toch merk ik dat ik anders in de wereld sta dan voordat ik intrad. Ik ben minder opzoek naar verandering, minder opzoek naar een grote ommekeer. Het gewone alledaagse maakte me eerst vaak onrustig, nu merk ik juist dat ik er meer van kan genieten. Dat ik minder wacht op ‘later’ en meer het idee heb dat het goede nu al gebeurt.
Jezus had oog voor het kleine, kwestbare en alledaagse
Bijvoorbeeld in het voorbereiden van mijn colleges. In het reizen naar de faculteit. In het discrete van mijn huishoudelijke taken. In spelen van een simpel kaart spelletje aan het einde van de dag. En zelfs in de moeilijke dingen: in de zorgen die ik me soms maak. In de vermoeidheid. Of in de frustratie als gevolg van het niet helemaal machtig zijn van de Franse taal. In al die dingen voel ik me meer op mijn plek, voel ik me meer mens.
Ergens heeft dat iets paradoxaals. Ik kan er meer mee leven dat er geen grote nieuwe dingen gebeuren, en dat is nieuw. Het doet me denken aan Jezus. De verwachtingen rondom waren hoog gespannen. Hij zou eindelijk een einde maken aan het Romeinse regime en een ommekeer teweegbrengen die niemand voor mogelijk had gehouden. En tegelijk, in de verhalen die Hij vertelde, de dingen die Hij deed en de mensen die Hij ontmoette, stond vaak juist het kleine, kwetsbare, alledaagse centraal. Hij zag dat, had daar oog voor, en wilde dat ook aan de anderen laten zien.
En misschien doet Hij dat nu ook bij mij. Misschien is het Hij zelf die mij mijn ogen beetje bij beetje opent. Zou mijn “oud-en-nieuw” ervaring zo bezien al een klein beetje evangelie zijn?
Foto door Sladjana Karvounis via Unsplash