Smartphones eisen onze aandacht, de tv fungeert als bewegend behangpapier. Wanneer is het nog echt stil? Wat we kunnen leren van monniken en woestijnvaders.
Een tijd terug vroeg een klas zesdejaars mij of ik een bepaald televisieprogramma gezien had, waarop ik negatief moest antwoorden. Wij hebben geen televisie. Bijgevolg, veel verwondering, onbegrip en ongeloof. Het niet in huis hebben van een televisie komt naar het schijnt wel vaker voor onder onderwijzend personeel. Dat heb ik geleerd uit een gesprek met een verkoper van een callcenter in opdracht van een of ander telecombedrijf. Ik was niet zijn eerste klant aan wie hij geen digitale televisie kon slijten omdat er gewoon geen tv voorhanden was.
Leren omgaan met leegte en gemis is een wezenlijke opdracht om mens te worden
Uit het korte klasgesprek dat volgde, kon ik afleiden dat het voor heel wat van de jongeren vandaag niet evident meer is om nog letterlijk ‘stil’ te vallen. Ze worden omringd door allerlei toeters en bellen van hun gsm, iPhones, mp3-spelers, enzovoort. En thuis is de televisie soms bewegend behangpapier. Wanneer wordt het nog eens stil? Leren omgaan met leegte en gemis is nochtans een wezenlijke opdracht om mens te worden.
Uit een reportage over het trappistenleven leerde ik dat zelfs een monnikenbestaan behoorlijk druk kan zijn. Zij proberen daar iets actief aan te doen. Maandelijks trekken sommige monniken zich een dag terug in een kluis afgezonderd van werk en medebroeders. Stilte en rust willen zij centraal plaatsen in hun leven. Leren omgaan met de leegte nemen zij heel ernstig. In tweeërlei betekenis ligt deze woestijnervaring aan de oorsprong van hun leven.
Harry Potter die ze leert bevechten, is meer dan een mooi verhaaltje.
Een eerste betekenis ervan is de stilte als een volheid. Stilte is geen leegte. In het loskomen van de drukte, van de bezigheden kunnen ze God vinden. Kunnen. Want in de stilte duiken ook de demonen op, de Verleider, de inwendige spoken, enzovoort. Men zou het kunnen vergelijken met de Boeman uit de Harry Potter verhalen, maar dan met de bedoeling verwarring te scheppen. De Boeman in de verhalen van Harry Potter neemt de eigenschappen aan van wat iemand het ergst vindt. We hebben allemaal wel zo’n ‘kast in ons binnenste’ waarin duistere geesten huizen. Harry Potter die ze leert bevechten, is meer dan een mooi verhaaltje.
Een tweede betekenis van de woestijnervaring verwijst naar het begin van de monnikentraditie. De woestijnvaders trokken zich steeds verder terug in de woestijn om zich van mensen af te zonderen. De woestijn was de plaats waar ze de goede en kwade geesten in zichzelf leerden onderscheiden. Allerlei monsters en vreemde wezens kwamen hen kwellen. Denken we maar aan de bekoring van Sint-Antonius zoals de surrealist Dalí ze schilderde.
De beeldtaal van de woestijnvaders is niet meer de onze. Maar onder de oppervlakte van de beeldtaal gaat de realiteit schuil dat er in elk van ons zowel het goede als het kwade leeft. De woestijnervaring in ons leven brengt die scherper naar boven. We kunnen dan immers niet meer vluchten in de verstrooiing van het dagelijks leven.
Christophe Brabant is filosoof en theoloog. Hij is werkzaam als leraar godsdienst op het Sint-Barbaracollege te Gent, verantwoordelijk voor de begeleiding van het vak godsdienst op de jezuïetencolleges in Vlaanderen en wetenschappelijk medewerker aan de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven.