
Wat is een plek waar je makkelijker tot stilte komt? In deze zomerserie beschrijven redactieleden een plek waar voor hen de stilte dichtbij kwam. In deze aflevering: Ben Frie sj leert stil zijn in de trappistenabdij Maria Toevlucht in Zundert. “Nu is alles even goed, hier in dit stukje landschap.”
Het is meer dan twintig jaar geleden, maar de ervaring van stilte zoals daar vergeet ik nooit meer. Twee jaar heb ik toen mogen meeleven in de trappistenabdij Maria Toevlucht in Zundert. De plek die ik ga beschrijven zal er straks dus niet meer zijn, want de abdij gaat eind augustus sluiten. Jammer, want de abdij ligt midden in grote stiltegebieden, vaak natuurmonumenten. Soms mocht je een stille dag nemen en de omliggende bossen intrekken: je kwam een hele dag geen mensen tegen.
Ik heb die uren altijd ervaren als heilige uren omdat je slechts hoefde te zijn, beschikbaar om de onzichtbare God te ontmoeten
Elke dag was er om 4.30 uur de lezingendienst waarmee het dagelijks gebedsritme opent. Daarna was het stil in het hele huis, tot 8.00 uur toe. Ik heb die uren altijd ervaren als heilige uren omdat je slechts hoefde te zijn, niet iets of iemand maar alleen maar zijn, beschikbaar om de onzichtbare God te ontmoeten. Ik wist me dan ingeweven in een grootse existentie, de oorsprong van de schepping, van mijzelf, de grond waarop ik besta – onvergankelijk. Spreken was onnodig, taal ook.
’s Avonds was er ook nog zo’n uur. Ik liep dan meestal in de abdijtuin rond, liet de dingen van de dag passeren en eindigde bij voorkeur op het bankje bij de vijver. Wat ik zag was een verstild tafereel – een romanticus zou de geheimzinnige sfeer hebben kunnen vastleggen van wat water, doorgegroeid gras en licht doorlatende boompjes. Maar het was alsof ik Jakob was bij de ladder zonder dat er iets te zien was. “God was hier en ik wist het niet”, zegt hij later. Ik zei: hier is God, hier is alles overstijgende voltooiing. De stilte is hier vol, vervuld van verrukking en vreugde. Nu is alles even goed, hier in dit stukje landschap.
Mij was het ook gegund, en sindsdien kan ik het nog steeds
Monniken vinden een goed midden tussen doen en zijn. ‘Ora et labora’, is het Benedictijns devies, bid en werk. Gasten bedienen en stil met ze zijn, want het is hen gegund, die ervaring van de ontmoeting met de ongeziene God. Mij was het ook gegund, en sindsdien kan ik het nog steeds, elk moment van de dag. Het bankje bij de vijver. Licht doorlatende boompjes. De schepping op de zevende dag. Pure stilte.