Tonny Cornoedus SJ werkt op Lesbos, waar hij Christus dagelijks ter aarde ziet vallen in de Hof van olijven. “Soms worden we opgeschrikt door de diepe nood van deze mensen, maar dan… dan slapen we weer in.”
Daar, op de Olijfberg, naast het officiële kamp van Moria – want ja, ook op die berg ligt er een echte ‘Hof van Olijven’ – is Jezus neergevallen, en valt Hij ook vandaag nog ter aarde. “Hij voelde zich onrustig en angstig” (Marcus 14, 33).
Zie daar de Christus die neerligt ter aarde.
De mensen die daar op de grond slapen, dorstig en hongerig zijn, uitgeput, door hun gemeenschap uitgestoten en nauwelijks nog door landgenoten hier erkend worden, zij zijn vandaag de Christus die neervalt. Zij voelen zich “dodelijk bedroefd” en vragen zich af of er voor hen en voor hun kinderen nog een toekomst zal zijn. Zij voelen dat niemand zich nog echt om hen bekommert (*1). Deze mensen die dood, ziekte, geweld, misprijzen en ‘terug naar uw land’ vrezen, zij zijn vandaag de Christus die neergevallen is. De mensen die “geen kwaad hebben gedaan”, die eerzame burgers en families waren in hun land van herkomst. Nu worden ze beschouwd als criminelen die ‘onze’ cultuur en ‘onze’ Europese waarden bedreigen; net zoals Jezus de wet van Israël bedreigde. Zie daar de Christus die neerligt ter aarde.
“Neem deze beker van mij weg” is zeker ook hun bede, en wij bidden met hen mee. Want het is zeker niet de wil van de Vader dat mensen zozeer en zolang lijden. Het zijn de mensen, het zijn wij, die zoals Petrus, Johannes en Jacobus in slaap vallen van onverschilligheid. Soms gebeurt het dat we opgeschrikt worden door pijnlijke beelden, vreselijk nieuws of door cijfers die wijzen op de diepe nood van deze mensen (*2), maar dan… dan slapen we weer in.
Hij daalt in de diepste diepte af, op zoek naar hen die verloren waren
Als ik naar het kruis van Christus kijk, moet ik denken aan al de doden. Zoveel mensen verdronken in de zeeën of overleden in de kampen. Zoveel mensen die levend dood zijn, want ten diepste gekwetst; soms fysiek, maar meestal psychisch door al het lijden in hun leven: de oorlog en haat, en de onverschilligheid die hen stilaan doodt, terwijl zij toch, zoals wij, hopen op een betere toekomst.
Gelukkig is er nog Stille Zaterdag: Jezus daalt af ter helle. Hij die gestorven is voor en met hen, daalt in de diepste diepte af, op zoek naar hen die verloren waren. Want allen zijn ze geroepen weer op te staan, te verrijzen in het levenslicht. Iedereen heeft Hem uitgestoten, verloochend, verlaten, maar Hij, Hij verlaat niemand. En… Hij roept mij op om niemand in de steek te laten, en zeker niet zij die in de grootste nood verkeren.
Heer, gij die uzelf uit liefde gaf tot in de dood,
doe de liefde groeien in mijn hart.
Dat ik meer en meer op u mag lijken
door mij aan anderen te geven.
Dat ik geen mens meer in de steek laat,
en vooral hen niet die gekruisigd zijn.
Open de ogen, het hart en de armen
van hen die rijk zijn –
en allen zijn wij rijk in vergelijking
met die Christussen op de grond –
opdat er geen armen, hongerigen, naakten,
dorstigen en vreemdelingen meer zouden zijn op aarde.
God, kom ons te hulp. Heer haast u ons te helpen.
(*1) Zelfs de velen die zich dagelijks met enorme toewijding hebben ingezet voor deze mensen, heeft men bedreigd, aangevallen en tenslotte verjaagd van de hof van Olijven.
(*2)
Dagelijks schalt een tiental keren over kamp Moria door luidsprekers de boodschap: “Houd afstand van elkaar, was geregeld je handen en zorg voor hygiëne. Pas op voor corona”.
Maar…
Ik houd mijn hart vast als er ooit (weldra?) daar besmetting uitbreekt. Artsen zonder Grenzen en het hospitaal van de stad kunnen dit nooit aan. Wachten we totdat er tientallen doden vallen? Waar zijn de Europese waarden nu gebleven?