Een koning moordt onschuldige kinderen uit. Jozef, Maria en Jezus vluchten voor hun leven. Het is een verhaal van alle tijden. Is Jezus wel ‘God redt’?
De traditionele kerstwens die ik jaarlijks krijg van vrienden in Bethlehem bestond dit jaar – heel toepasselijk – uit een simpele afbeelding van mensen op de vlucht. Uit olijfhout gezaagd, drie mensen: Jozef met Maria en Jezus.
Het evangelie van Mattheüs vertelt over een nietsontziende tiran. Hij doet er alles aan om de macht te blijven: liegen, religieuze leiders voor het eigen karretje spannen, tegenstanders proberen te vermoorden; zelfs als dit ten koste gaat van onschuldige kinderen. Mensen vluchten voor het geweld en moeten uiteindelijk in een vreemde omgeving een nieuwe toekomst opbouwen. En in die harde en geweldvolle maatschappij moet een jonge zwangere vrouw zich staande houden. Als ongehuwde moeder loopt ze het risico verstoten te worden en een uitzichtloze toekomst tegemoet te gaan, als er al toekomst is. Een verhaal van alle tijden. We zien het om ons heen, tot beangstigend toe.
En in die harde en geweldvolle maatschappij moet een jonge zwangere vrouw zich staande houden.
En dan wordt het kind geboren. De Messias, een nakomeling van de machtige koning David, de veroveraar van Jeruzalem. Jezus wordt hij genoemd, ‘God redt’. Komt hiermee een eind aan deze politieke en maatschappelijke rampspoed? Brengt God de krachten van het kwaad tot onderwerping?
Drie keer spreekt de engel, Gods woordvoerder, in een droom, telkenmale tot Jozef. Twee keer lijkt de stem van God de situatie te bevestigen: Jozef wordt na het bezoek van een groepje astrologen door de engel op de vlucht gestuurd, later weer teruggeroepen naar een onveilig land. Tenslotte wordt hij in een droom naar een vreemd gebied gestuurd om daar een toekomst op te bouwen. Ook de astrologen horen in een droom de waarschuwing niet naar Jeruzalem terug te gaan. Dit is zelfs de aanleiding tot de moord op onschuldige kinderen in Bethlehem. Slechts één keer is het woord van God positief: ‘Jozef, verstoot deze ongehuwde moeder niet, maar neem haar tot je vrouw’.
‘Jozef, verstoot deze ongehuwde moeder niet, maar neem haar tot je vrouw.’
En al deze rampen waren volgens Gods bedoeling, schrijft Mattheus: ‘opdat vervuld wordt wat er in de Joodse Bijbel staat geschreven’.
En intussen is Jezus geboren, ‘God redt’. Zijn geboorte maakt geen eind aan de grote problemen van zijn tijd: bezetting, uitbuiting, onrecht, moord. Zijn geboorte geeft geen antwoord op de angstkreten van mensen en hun roep om gerechtigheid. Mattheüs vertelt hoe ook Jezus’ verdere leven en zijn dood zich afspelen onder de zwarte hemel van wereldproblemen, onrechtvaardige machthebbers, misbruik van de godsdienst. Vrede en gerechtigheid zijn ook dan nog ver te zoeken.
Zijn geboorte geeft geen antwoord op de angstkreten van mensen en hun roep om gerechtigheid.
Toch daagt er licht in de beschrijving van Mattheüs, maar op een andere manier dan verwacht. Twee pagina’s verder is Jezus volwassen en weet hij zich door God geroepen. In een eerste grote toespraak schildert hij een nieuwe, rechtvaardige maatschappij. Daarin zegt hij: ‘Zalig wie zich inzetten voor vrede, zij zijn Gods kinderen, zij zijn Gods handen in onze wereld’. God grijpt niet rechtstreeks in in de geschiedenis van oorlog, bezetting, moord en machtsmisbruik. Hij roept mensen op zich in te zetten voor vrede. Zo zijn ze Zijn handen in onze maatschappij. Zonder geweld.
Een wereld van geweldloosheid en rechtvaardige vrede. Een droom die mensen op pad zet, niet op de vlucht, maar ‘hoopvol vooruit’, het devies van Frans van der Lugt in Homs.