Rosita Steenbeek zocht de vluchtelingen op in kampen aan de grenzen van Europa. Ze schreef er een boek over: Wie is mijn naaste? Jan Stuyt las het vanuit zijn jarenlange ervaring met vluchtelingen.
Rosita Steenbeek is een Nederlandse schrijfster die al geruime tijd woont en schrijft in Rome. Haar laatste boek gaat over ontmoetingen met vluchtelingen aan de randen van Europa: op Lampedusa en Sicilië, en in de Syrische kampen in Libanon.
Omdat ze de genoemde plekken meerdere keren bezoekt met tussenpozen van maanden, worden de beschreven ontmoetingen veel meer dan vlugge schetsen van een goede waarnemer. We worden meegenomen in verhalen van verdriet, vriendschap, ontreddering, veerkracht en onuitroeibare hoop. We zien de uitwassen van de Turkijedeal en hoe politici pronken met het werk van anderen. Als iemand die gewerkt en gewoond heeft in kampen vol vluchtelingen, herken ik in het boek de verzuchting van een vrijwilliger op Sicilië: ‘Ik kan de wereldpolitiek vanaf mijn plek niet beïnvloeden, maar ik weet dat ik in het leven van een paar mensen een verschil heb kunnen maken’.
Vieringen op initiatief van mensen uit kerkelijke kring voor de mensen die zijn omgekomen aan de grenzen van Europa vinden in Nederland en Vlaanderen vaak plaats onder het motto ‘Sterven aan de hoop’. De jaarlijkse herdenking rond Allerzielen, aan de steiger in de Amstel in Amsterdam, bij de Hermitage, is er een voorbeeld van. Daar staan de mensen centraal die verdronken in de Middellandse Zee. Het initiatief in Amsterdam wordt gedragen door het Jeannette Noëlhuis en de Protestante Diakonie. Die term ‘sterven aan de hoop’ is geijkt door de gemeenschap van Sant’Egidio die zulke vieringen al jaren organiseert in Rome en ook in Vlaanderen.
We hebben er de laatste jaren nogal wat naasten bijgekregen waar niemand om vroeg
Rosita beschrijft zo’n viering die ze meemaakte in de Santa Maria in Trastevere. Sant’Egidio is ook initiatiefnemer van de humanitaire corridors: dat is een manier om kleine aantallen kwetsbare vluchtelingen op een veilige manier, per vliegtuig, over te brengen naar Europa. In het boek wordt beschreven hoe mensen zich verzamelen op het jezuïetencollege in Beiroet om vandaar te reizen naar Italië of België. Ik ben toevallig via de parochie betrokken bij een gezin dat afgelopen juni op die manier overkwam van Istanbul naar Antwerpen. Het komt dan allemaal heel dichtbij. In het boek lees je over de worsteling van de Italiaanse vrijwilligers die maanden en jaren in de kampen met Syriërs wonen en die mee beslissen over wie op die manier naar Europa mag en wie niet…
De titel van het boek is Wie is mijn naaste? Je realiseert je al lezende dat we er de laatste jaren nogal wat naasten bijgekregen hebben waar niemand om heeft gevraagd. Kerkelijke organisaties doen wat ze kunnen in Europa om waarden van menselijkheid en naastenliefde hoog te houden, maar de kerken zijn hun macht en hun moreel gezag in ons deel van de wereld de laatste twintig jaar reddeloos kwijtgeraakt. Het morele vacuüm werd niet gevuld en de populisten spinnen er garen bij. Boeken als dit herinneren ons aan waarden die leven gevend zijn.
Je zit erbij en je voelt het vertrouwen en de vriendschap.
Het boek pretendeert niet om oplossingen aan te reiken. De schrijfster neemt je mee in haar eigen ontdekkingsreis. Eén van de mooiste episodes vind ik de beschrijving van wat er gebeurt in de vrouwentent in het kamp in Libanon als de dames onder elkaar zijn en hun sluiers mogen afdoen. Je zit erbij en je voelt het vertrouwen en de vriendschap.
De ondertitel van het boek luidt: Mijn verhaal over de vluchtelingenopvang. Het is inderdaad een heel persoonlijk boek geworden. Mijn conclusie: Rosita Steenbeek ging op reis om onze nieuwe naasten te ontdekken en onderweg is ze zelf voor die anderen een naaste geworden.
Wil je bijdragen aan de bescherming van rechten van vluchtelingen? Onderteken de petitie van #WelcomingEurope die de Europese Commissie oproept tot een humaner vluchtelingenbeleid.