In België verblijven vluchtelingenfamilies op fictieve gronden in gesloten centra. Dat is een van de conclusies van een adviesrapport van Jesuit Refugee Service Belgium.
In België worden vluchtelingen gedetineerd in gesloten centra. De overheid heeft als uitgangspunt dit als een noodzakelijke optie als er geen andere, minder dwingende maatregelen kunnen worden toegepast. Bij deze vorm van detentie dient België zich te houden aan het internationaal recht. JRS-Belgium volgt de naleving van de internationale verdragen nauwlettend. Ze wijst de overheid erop dat de Commissaris van de Mensenrechten van de Raad van Europa in 2015 zijn bezorgdheid uitte over de systematische detentie van asielzoekers aan de Belgische grens.
Dit is één van de redenen waarom JRS-Belgium al jaren promotie maakt voor alternatieven voor detentie. Een belangrijk speerpunt in hun beleid zijn zogenoemde terugkeerhuizen. Dit zijn woningen waar families, die zonder geldige verblijfspapieren zijn aangehouden, wachten op hun terugkeer naar het land van herkomst. Ook gezinnen die aan de grens werden aangehouden terwijl ze zonder geldige papieren België binnenkwamen of die een asielaanvraag indienden aan de grens, worden er tijdelijk ondergebracht.
Vluchtelingenfamilies worden op fictieve gronden veroordeeld
De Belgische overheid begon in 2008 met het inzetten van deze terugkeerhuizen, geïnspireerd door het Australische model.
JRS-Belgium begeleidt in het bijzonder families met minderjarige kinderen. De Commissie Binnenlandse zaken van de Kamer van Volksvertegenwoordigers vroeg advies van de JRS over een wetsvoorstel dat onder andere het verbod van detentie van minderjarige vluchtelingen regelt. Het adviesrapport van JRS-Belgium kwam uit op 13 september 2018.
Hierin concludeert de JRS dat de terugkeerhuizen niet goed van de grond zijn gekomen, zeker niet met het oog op de specifieke noden van kinderen. Vluchtelingenfamilies worden op fictieve gronden veroordeeld tot een verblijf in een gesloten centrum. De terugkeerhuizen ontvingen nooit de nodige middelen om hun ambities waar te maken.
Daarnaast doet JRS in hun adviesrapport een aantal voorstellen:
Samenvattend stelt JRS-Belgium in haar rapport dat gezinnen vanaf aankomst in België een tweezijdige begeleiding nodig hebben. De ene heeft te maken hun verblijfssituatie (asiel, gezinshereniging, regularisatie, etc.), waarin de Dienst Vreemdelingenzaken zou moeten voorzien. De sociale opvolging (huisvesting, scholing, etc.) moet worden verzorgd door een onafhankelijke dienst. Beide actoren moeten vanaf het begin een “tweesporenstelsel” voor ogen houden: één eindigend in een verzekerd verblijf in België, de ander in terugkeer naar land van herkomst.
JRS-Belgium is ervan overtuigd dat terugkeerhuizen een volwaardig alternatief zijn voor detentie, ook al vreest zij dat de vrijheidsbeperkingen en de geïsoleerde ligging ervan niet te verenigen zijn met bovengenoemde voorstellen. Afgelopen augustus gingen in Steenokkerzeel (bij Brussel) een aantal splinternieuwe family units open, maar die worden pas gebruikt aan het einde van de keten van de asielprocedure. Het bezoeken van deze gezinswoningen is nu de grootste uitdaging van JRS-Belgium.
Foto: UNHCR/Andrew McConnell