Als kind of tiener geworteld zijn in een land waar je niet mag verblijven is extreem stressvol. Stephan Burger werkt voor Jesuit Refugee Service Belgium en staat gezinnen zonder papieren bij.
P. is dertien jaar en komt uit Congo. Samen met zijn moeder is hij in 2015 naar België gekomen. Hij is net begonnen met de middelbare school en spreekt vloeiend Frans en Nederlands. Hij houdt van voetballen, lekker eten en Japanse tekenfilms. Hij droomt van een toekomst in België, dat hij als zijn thuisland beschouwt. Helaas heeft hij geen verblijfsdocumenten. Na vele verwoede pogingen met verschillende advocaten lijken P. en zijn moeder inmiddels uitgeprocedeerd te zijn. Ze hebben een bevel gekregen om het grondgebied te verlaten. P. en zijn moeder zijn allebei bang om naar Congo terug te gaan. Zijn neef werd enkele maanden geleden door criminelen vermoord, zijn tante lag na een roofoverval weken lang in het ziekenhuis. Iedere ochtend pakt P. zijn schooltas in en begint hij aan een nieuwe schooldag. Zijn hoop is ondanks alles nog niet vervlogen. Misschien kan er toch nog een oplossing worden gevonden.
In het kader van het project Plan Together begeleidt Jesuit Refugee Service (JRS) Belgium gezinnen zonder wettig verblijf in Brussel en Vlaanderen. Die gezinnen zijn in bepaalde opzichten heel verschillend. Sommige wonen enkele jaren in België, andere al ruim een decennium. Sommige gezinnen hebben jonge kinderen die net met de basisschool zijn begonnen, in andere gevallen zijn de kinderen al (bijna) volwassen. Sommige komen uit het oosten van Europa, andere uit Afrika of uit Zuid-Azië. Deze gezinnen hebben twee dingen gemeen: hun droom een nieuwe toekomst op te bouwen in België, en de grote administratieve, psychologische en financiële obstakels waarmee zij worden geconfronteerd in hun pogingen om deze droom te verwezenlijken.
Kinderen en jongeren die zonder wettig verblijf opgroeien, dragen een zware last.
Het doel van Plan Together is gezinnen zonder wettig verblijf te helpen bij het vinden van een duurzaam toekomstperspectief. Dit perspectief kan per gezin verschillen. Werken aan dit perspectief kan bestaan uit het verkrijgen van verblijfspapieren, migratie naar een ander land of terugkeer naar het land van herkomst. Vooral deze laatste optie ligt in de praktijk gevoelig. De ouders hebben vaak al veel tijd, energie en geld in het migratie- en integratieproces gestoken. Terugkeer is voor hen synoniem voor falen. Bovendien zijn de leefomstandigheden in hun herkomstland veelal nog slechter dan in het geval van een irregulier verblijf in België. Voor de kinderen is terugkeer meestal ondenkbaar. Dikwijls beschouwen zij België als hun thuisland, is Nederlands of Frans hun eerste taal geworden en hebben zij op school en in hun buurt een hechte vriendengroep opgebouwd.
Kinderen en jongeren die zonder wettig verblijf opgroeien, dragen een zware last. Naarmate zij ouder worden, groeit het bewustzijn dat hun jeugd anders is dan die van leeftijdsgenoten. De gezinnen leven vaak ruim onder de armoedegrens. De kinderen en jongeren kunnen zich vaak geen nieuwe kleren veroorloven, geen fiets kopen, geen lid worden van een voetbalclub. Schooluitstapjes naar het buitenland zijn onmogelijk. En verhuizingen zijn, in verband met stijgende huurprijzen en problematische huisbazen, aan de orde van de dag. Thuis en op school kan deze situatie voor grote spanningen en voor veel frustratie, stress en onzekerheid zorgen.
Yasmina Lansman: “Dit systeem vernielt levens”
Voor de meeste jongeren is het een positieve mijlpaal om achttien te worden. Zij hebben de middelbare school achter de rug, kunnen beginnen met een vervolgopleiding en wellicht al binnenkort het ouderlijk huis verlaten. Voor jongeren zonder verblijfspapieren is achttien worden een heel ander verhaal. Na de middelbare schoolperiode hebben zij beperkte toegang tot vervolgopleidingen en geen toegang tot de arbeidsmarkt. Uit gebrek aan financiële middelen moeten zij veelal thuis blijven wonen. Het gebrek aan een duidelijk toekomstperspectief kan overweldigend zijn.
De kinderen en jongeren die JRS begeleidt, dromen van een normale jeugd, met papieren en zonder voortdurende stress. Het pad naar dit doel is lang, kent veel kronkelingen en soms blijkt het om een doodlopend spoor te gaan. JRS probeert de kinderen en hun ouders bij het navigeren van dit pad te ondersteunen. Het werk is uitdagend en vergt veel geduld, empathie en stressbestendigheid. Maar wanneer een gezin een duurzame oplossing vindt, is de beloning vele malen groter.
Asmaa is een mama van 4 kinderen en woont al 18 jaar samen met haar man in Belgie. Haar kinderen zijn in België geboren. Toch strijdt ze al jaren om een gewoon leven te kunnen leiden. Ze wonen in een koud, klein appartementje en kunnen de elektriciteitsrekening amper betalen. Ze is het beu om te moeten procederen om te mogen werken, om iemand te mogen zijn. Ze ging samen met de begeleiders van JRS Belgium op bezoek bij kardinaal Jozef De Kesel, die hen een hart onder de riem stak.
Het is extra frustrerend voor Asmaa dat de mensen die haar willen helpen, niet de macht hebben om veel te veranderen. Toch blijft ze haar dochters motiveren om hun huiswerk te doen. De begeleiders van JRS Belgium motiveren haar om verder te strijden en om te blijven zoeken naar manieren om een stabiel leven op te bouwen.